Aandeelhouders aan de macht, schadelijk of sentiment?
/1 reactie
-
door: Henk de Greef over: concurrentie, bedrijfsgroei, strategie op: 1 juni 2007 De commotie rond de macht van het kapitaal laait dag na dag sterker op
Is die macht werkelijk ongezond of noemen we dat sentiment?
De commotie rond de macht van het kapitaal laait dag na dag sterker op. Grote vraag is: hoe komt dat? Is die macht werkelijk ongezond of hebben we te maken met sentiment, zoals de kritiek op activistische aandeelhouders ook wordt genoemd? Voorbeelden zijn er te over, maar de meest actuele op dit moment is ABN-AMRO, waar TCI met een minderheidsbelang in staat blijkt geweest te zijn om het bestuur tot aktie te laten overgaan. Helemaal zeker is dat niet natuurlijk, want wellicht waren er al fusieplannen, maar zo lijkt het.
Eigenlijk is er niets nieuws onder de zon. De algemene vergadering van aandeelhouders was altijd al het hoogste beslisorgaan in de onderneming.
De gang van zaken wordt toegeschreven aan het gedrag van activistische aandeelhouders. Dat zijn aandeelhouders, die hun mond opendoen met betrekking tot het te voeren beleid. Het verschil met andere aandeelhouders is daarmee gelijk duidelijk. De vraag is dus of bemoeienis van aandeelhouders met beleid en of strategie (veelal portfolio) gunstig of ongunstig is voor het resultaat van de onderneming en of de aandeelhouders.
Geen angelsaksen versus rijnlanders
Een klassieke tegenstelling op dit terrein vinden we bij de aanhangers van Rijnlandse en Angelsaksische manieren om ondernemingen te besturen. Kortweg gezegd legt het angelsaksische model de macht bij de aandeelhouders en het rijnlandse model niet. Het belichten van de tegenstellingen tussen deze twee modellen, biedt echter weinig soulaas voor het oplossen van de vraag naar schadelijkheid.
Oplossingen kunnen wel worden gevonden in de overeenkomsten tussen de voor en tegenstanders van aandeelhoudersmacht. Welke intenties, belangen en consequenties hebben deze mensen voor ogen, die hun overtuigingen vormgeven?
Wat hieruit blijkt is dat de vraag zich afspeelt op typisch angelsaksisch terrein. Het gaat over geld en macht. Dat betekent dat de rijnlanders nu met 1-0 achterstaan. Het geeft ook gelijk aan wat er in het geding is en maakt de discussie veel helderder.
Beide partijen argumenteren over de levensvatbaarheid van de onderneming. Tegenwoordig wordt dat bijna gelijk gesteld aan de hoeveelheid geld die er wordt verdiend, dus eigenlijk gaat het dispuut over de wijze waarop geld verdiend kan worden. Daarnaast debatteren de partijen over de zeggenschap binnen de onderneming. Het gaat over de vraag wie er in staat is om te bepalen wat de goede strategie is, aandeelhouders of bestuur. Logischerwijze zou de macht moeten liggen bij degene die het beste in staat is om de koers te bepalen. De vraag wordt: “Wie is het beste in staat om geld te verdienen?”