'Bijna-monopolie Google stagneert innovatie'
/1 reactie
-
door: Redactie Sync over: internet, software, regelgeving, strategie op: 24 mei 2011 Google wordt onvoldoende geprikkeld tot innovatie, zeggen twee onderzoekers.
Volgens hen moeten alle zoekmachines klikgedrag van gebruikers gaan delen.
De huidige markt voor zoekmachines prikkelt marktleider Google onvoldoende tot innovatie, zo beweren twee onderzoekers van de universiteit van Tilburg. Volgens Cédric Argenton en Jens Prüfer zou informatie over het klikgedrag van gebruikers uitgewisseld moeten worden tussen de verschillende zoekmachines.
Het gaat dan om informatie van zowel Google, Yahoo als Bing. Door die te combineren kan de kwaliteit van de zoekresultaten verder worden verbeterd.
Argenton en Prüfer hebben onderzocht wat de kwaliteit van een zoekopdracht bepaalt, gezien vanuit de eindgebruiker. In het rapport “Search Engine Competition with Network Externalities” schrijven ze dat de zoekmachinemarkt sterk neigt naar een monopolie, met negatieve gevolgen voor de economie, de kwaliteit van gemiddelde zoekopdrachten, innovatie en de totale welvaart.
Steeds meer data
In 2003 had Google nog maar 35 % marktaandeel op de Amerikaanse zoekmachinemarkt, iets meer dan Yahoo, maar in de daaropvolgende jaren heeft Google deze voorsprong flink uitgebouwd, tot 66,2% in november 2010. De onderzoekers noemen het voor de hand liggend dat het algoritme van Google in 2003 simpelweg beter was, maar schrijven dat het onduidelijk is of Google het marktleiderschap daarna heeft uitgebouwd dankzij een toenemende kwaliteit van het algoritme, of dat dit met andere factoren te maken heeft.
Een van die factoren kan zijn dat Google, door de toegenomen populariteit van de zoekmachine, steeds meer data over het klikgedrag van gebruikers kan verzamelen en op basis van deze data steeds betere zoekresultaten kan weergeven. Aangezien een zoekmachine als Bing minder wordt gebruikt, wordt er ook minder data verzameld en kunnen de zoekresultaten minder goed worden verfijnd.
Waarom zou Google dit doen?
Om te zien welke zoekmachine daadwerkelijk de beste is, zou informatie over het klikgedrag van gebruikers tussen de zoekmachines uitgewisseld moeten worden, zo beweren de onderzoekers. De concurrentie is dan nog puur op basis van de kwaliteit van het algoritme, wat de bedrijven dwingt tot innovatie om hun concurrentiepositie te versterken. Deze concurrerende oligopolie moet leiden tot hogere kwaliteit van zoekresultaten en gebruikersvoordeel. “De rol van zoekmachines in ons dagelijks leven, zowel privé als zakelijk, is zo groot dat snellere innovatie een groot verschil kan maken”, zegt Prüfer.
Waarom Google hiermee akkoord zou gaan? De onderzoekers noemen twee redenen. Misschien dat een antitrust autoriteit ingrijpt: zowel de US Department of Justice als de Europese Commissie hebben het rapport ontvangen. Daarnaast kan het delen van de data ook in het voordeel van Google zijn. In het rapport schrijven de onderzoekers: “Ons voorstel impliceert dat alle zoekmachines, inclusief de marktleider, extra informatie zal vergaren over het klikgedrag van gebruikers.” Om daarna te vervolgen: “In relatieve termen zal de marktleider een voordeel verliezen dat is gecreëerd door de toegang tot meer data. Dat is precies het idee achter ons voorstel.”
Jens Prüfer over de competitie tussen zoekmachines:
Reageren via Facebook