Biogas: lang leve de 'cow power'
/1 reactie
De duurzaamheid van verschillende typen biobrandstoffen wordt door critici vaak gelijk veronderstelt. Dit is niet terecht. Zo is biogas is een voorbeeld van een biobrandstof met vrijwel alleen positieve kanten. Vooral omdat het zowel klein- als grootschalig geproduceerd en gebruikt kan worden. Daarnaast voorziet het in een steeds grotere vraag naar schone energie en lost meteen grotendeels een steeds groter mestprobleem en dus milieuprobleem op.
Mede door de steeds grotere veestapels die wereldwijd ontstaan in reactie op de groeiende vleesconsumptie in de ontwikkelde landen en ook in de zeer grote “ontwikkelingslanden” als India en China zijn er overschotten aan mest en dus methaan aan het ontstaan. Want hoewel CO2 als de grote boosdoener wordt gezien, blijkt uit diverse bronnen dat methaan 20 keer schadelijker is. Het positieve nieuws is dat de “levensduur” van methaan in de atmosfeer circa 10 jaar is en daarmee aanzienlijk korter is dan andere gassen, zoals CO2.
Indien mest in afgesloten biotanks wordt verwerkt tot biogas komt er bij verbranding van dit gas een fors mindere hoeveelheid methaan in de atmosfeer terecht. In beide groepen landen zorgt het daarnaast ook nog voor extra inkomen voor de boeren.
Zweden
Zweden produceert biogas grootschalig en is grootste biogasproducent in Europa. Men gebruikt daar zowel organisch afval van abattoirs, mest, landbouwafval, restanten van voedingsmiddelenindustrie alsook rioolslib. Biogas wordt vooral het openbaar vervoer gebruikt en de Zweedse auto-industrie speelt prima op deze doelstelling in. Zweden heeft als doelstelling om in 2020 volledig onafhankelijk van olie te zijn. Daarbovenop zijn ze bezig de kernenergie af te bouwen tot nul.