Bruisend Brazilië biedt kansen voor wie geen omhelzing vreest
/reageer
-
door: Marga van Zundert over: chemie, concurrentie, bedrijfsgroei, businesstrends op: 25 mei 2012 Brazilië biedt meer dan zon, Copacabana, samba en carnaval.
"Een snel groeiende middenklasse, daar gaat een hoop verf in".
Het gaat Brazilië goed. Sinds 2000 zijn meer dan 28 miljoen Brazilianen boven de armoedegrens getild, terwijl er bijna 50 miljoen inwoners tot de middenklasse gingen behoren. Dat biedt kansen.
“Ik zie bij elk bezoek meer auto’s, winkelcentra en nette woonwijken”, vertelt Brazilië-expert Kees Koonings van het Cedla (Centrum voor Studie en Documentatie van Latijns Amerika). “Zelfs in de sloppenwijken, de favela’s, wonen niet alleen meer doodarme mensen.”
Chemie vs. BRIC
Brazilië, Rusland, India en China - de zogeheten BRIC-landen - vertegenwoordigen een grote ontluikende afzet- en productiemarkt. Dáár liggen de grote mogelijkheden voor de chemiesector. Of zijn de BRIC’s een hype? Dit artikel is onderdeel van een serie over de potentiële economische grootmachten van de toekomst en de kansen voor de chemie. Hou SYNC in de gaten voor volgende afleveringen in deze serie.
“Het klinkt wat plastisch, maar een snel groeiende middenklasse, daar gaat een hoop verf in”, zegt bijvoorbeeld Werner Fuhrmann, VNCI-voorzitter en algemeen directeur bij AkzoNobel verantwoordelijk voor logistiek. AkzoNobel zet fors in op Brazilië. Het bedrijf wil zijn omzet in het land verdubbelen naar 1,5 miljard euro in 2015. Begin dit jaar kondigde AkzoNobel een investering van 80 miljoen aan in de Braziliaanse papierchemie, een samenwerking met een grote lokale papier- en pulpproducent. Fuhrmann: “Het tropisch klimaat is ideaal. Bomen groeien er zes tot zeven maal sneller dan in Canada of Scandinavië.”
Olie, suiker en ijzer
Brazilië is de ‘B’ uit de BRIC. Van deze vier snel groeiende economieën lijkt het Zuid-Amerikaanse land wellicht het meest op Europa. Het is modern, liberaal, democratisch en christelijk en koestert geen aspiraties als militaire grootmacht. Toch is het nog lang geen Europa, benadrukt Koonings. “Onderwijs en infrastructuur laten nog veel te wensen over. En ze hebben een groot criminaliteitsprobleem.”
En ondanks dat het IMF begin jaren tachtig Brazilië een streng bezuinigingsplan oplegde, kwam het land tien jaar later de top 10 binnen van wereldeconomieën (op basis van het bruto binnenlands product, bbp). Vanaf 2005 passeerde Brazilië in rap tempo Spanje, Italië en Canada en eind 2011 werd ook het Verenigd Koninkrijk ingehaald. Brazilië groeit niet met double digits zoals China, maar al twee decennia met 4 à 5 procent per jaar.
Biobased innovaties
Een tekort aan olie en een overschot aan suiker zorgde ervoor dat Brazilië in de jaren zeventig een gesubsidieerd programma startte om transportbrandstof ethanol uit suiker te produceren. Het programma ging bijna ten onder toen de olieprijs sterk daalde in de jaren tachtig. Gelukkig bevat vrijwel elke auto in het land een ‘flexmotor’ die even goed loopt op ethanol als op benzine (die 25 procent ethanol bevat). In 2011 produceerde Brazilië maar liefst 21,1 miljard liter bio-ethanol en daarmee loopt het land fier voorop in biomassaconversie. Alle nieuwe ‘groene’ zitjes in de Amsterdam Arena worden bijvoorbeeld geproduceerd uit kunststof op basis van rietsuiker door Braskem, het grootste petrochemische bedrijf van Brazilië. De biobased economy is ook één van de speerpunten van het Nederlands innovatiebeleid voor de chemie. Samenwerking met Brazilië ligt dus voor de hand. Een voorbeeld is Ebrabiotech, het partnerschap van DSM met Empresa Brasileira de Biotechnologia. Samen ontwikkelen zij biogebaseerde materialen voor coatings. Een ander voorbeeld is BiChem (‘Biomass Chemical Conversion’), een start-up van de Braziliaanse staatsoliemaatschappij Petrobrás en het Nederlandse Bioecon. BiChem ontwikkelt een proefinstallatie voor de omzetting van houtachtige biomassa zonder dat er fermentatie bij komt kijken.
Slechts 192 miljoen inwoners
Na jaren van hyperinflatie zijn de Braziliaanse financiën inmiddels een voorbeeld voor Europa en de Verenigde Staten. Maar de economische voorspoed heeft ook een keerzijde. De waarde van de Reaal is de afgelopen jaren zo hard gestegen dat het de Braziliaanse export belemmert. Wat inkomen per persoon betreft meet Brazilië zich met Rusland, maar de verschillen tussen rijk en arm zijn groter.
Brazilië is in oppervlakte vergelijkbaar met China, maar telt ‘slechts’ 192 miljoen inwoners (zeven maal minder dan China). Het land is ’s werelds grootste exporteur van ijzererts, beryllium en magnesium. Het heeft ook belangrijke voorraden goud, edelstenen, chroom, tin, nikkel, zink, zirkoon, uranium, bauxiet, koper, lood, wolfraam en steenkool. En terwijl Brazilië vijf jaar geleden nog een netto olie-importeur was, exporteert het land nu 2,5 miljoen vaten olie per dag na de ontdekking van grote olie- en gasvelden onder diepe zoutlagen voor de kust.
De stroomvoorziening drijft grotendeels op waterkrachtcentrales in het Amazonegebied. Het land heeft ook nog eens enorme suikerriet- en sojaplantages. Abiquim, de Braziliaanse branchevereniging van de chemische industrie, schat de omzet in de chemie op circa 130,2 miljard dollar (2010). De bijdrage aan het bbp schommelt daarmee rond de 3 procent.
Protectionisme
Olie, grondstoffen en 192 miljoen rijker wordende consumenten: geen wonder dat Brazilië belangstelling trekt van buiten. Ook tweehonderd Nederlandse ondernemingen waagden tussen 1995 en 2005 een Braziliaans avontuur. Bij slechts een kwart werd dit een succesverhaal, aldus de Dutch Brazilian Chamber of Commerce (Dutcham).
“Wees niet te pragmatisch”
De Braziliaanse chemisch ingenieur Marcelo Oliveira (36) woont en werkt sinds 2007 in Nederland. In mei promoveert hij op onderzoek naar verbrandingstechnologie. Hij ontwikkelde een methode om te meten hoe verschillende (bio)brandstoffen efficiënt en schoon verbrand kunnen worden.
Hoe raakte je in Nederland verzeild?
“Ik wilde in het buitenland promotieonderzoek doen bij een goed aangeschreven universiteit. Nederland lag voor de hand omdat mijn vrouw Nederlandse is. We ontmoetten elkaar toen zij in Brazilië op vakantie was. Ik stuurde daarom mijn CV naar de TU Eindhoven. De reactie was dat ze niet direct enthousiast waren, maar ik mocht toch langskomen om ze te overtuigen dat ik er op mijn plek zou zijn. Dat lukte gelukkig.”
Waarin verschillen Brazilianen van Nederlanders?
“Die reactie op mijn CV was typisch Nederlands. Jullie zeggen wat jullie denken. In Brazilië had ik waarschijnlijk gehoord ‘we laten nog van ons horen’, en daarna was het stil gebleven. Nederlanders zijn ook erg benaderbaar. Je kunt bij iedereen aankloppen. En Nederlanders zijn efficiënter, maar lijken soms te vergeten waar het leven om gaat. Brazilianen genieten meer, zijn minder gestrest. Maar de associatie ‘kil’ die ik als Braziliaan had bij Nederlanders klopt niet. Mensen zijn individualistisch, maar ook warm.”
Hoe gaat het met de Braziliaanse chemie?
“Uitstekend. Ik kom uit de kuststaat Pernambuco. Daar bouwt de Braziliaanse oliemaatschappij Petrobrás in hoog tempo nieuwe raffinaderijen en veel chemiebedrijven vestigen zich daaromheen. Ook de haven is telkens groter wanneer ik er kom. Pernambuco heeft dan ook een van de grootste groeicijfers van Brazilië, meer dan 10 procent in 2010.”
Nog tips voor zaken doen in Brazilië?
“Wees niet te formeel. In Brazilië pakken we dingen op een meer persoonlijke, informele manier aan. Wees niet te pragmatisch zou ik zeggen, maar flexibel.”
Wat komt er na je promotie?
“Ik ben op zoek naar een baan in de industrie in Nederland. Een baan bij een multinational met veel contacten in Brazilië zou ideaal zijn. Ik spreek Portugees, ken de cultuur goed en wie weet mag ik er eens heen.”
Eén van die successen is het Nederlandse ingenieursbureau Arcadis, dat onder meer meebouwt aan een enorme stuwdam in het Amazonegebied (Belo Montedam) en een nieuwe haven in Porto do Açu (Rio de Janeiro).
In de chemie is het bedrijf vooral actief in projectmanagement, milieuvergunningen en het opruimen van bodemverontreiniging. Friedrich Schneider, lid van de Raad van het Bestuur: “Dat doen we via ons dochterbedrijf Arcadis Logos, waarvan we sinds 1999 mede-eigenaar zijn en dat sindsdien groeide van 300 tot meer dan 2500 werknemers nu.”
Onderschatting van de specifieke Braziliaanse drempels en moeilijkheden is volgens NL EVD Internationaal (een ondersteunende organisatie van Agentschap NL voor ondernemers met internationale plannen) de reden waarom ondernemen in Brazilië regelmatig op een teleurstelling uitloopt. Het land voert bijvoorbeeld een protectionistisch beleid. Er is een complex, bureaucratisch systeem van importheffingen en belastingen, regionaal en nationaal.
Wie zakendoet met de overheid of overheidsbedrijven is ook nog eens gebonden aan de local content-eisen: minstens 60 tot 70 procent van de opdracht moet in Brazilië zelf worden gerealiseerd en er moet een lokale partner bij betrokken zijn. Door al deze maatregelen maakt bijvoorbeeld Apple al zijn iPads in China, behalve die bedoeld zijn voor de Braziliaanse markt.
Hoe pakte Arcadis het aan? Schneider: “In de jaren negentig ging Arcadis op zoek naar een lokale partner in Zuid-Amerika. Dat deden we vooral vanuit de gedachte dat we in alle continenten vertegenwoordigd willen zijn. Er is toen een marktscan gemaakt die geschikte partners identificeerde. Na diverse scouting trips rolde daar uiteindelijk het adviesbureau Logos uit.” Daarbij vergewiste Arcadis zich er ook van dat Logos ‘schoon’ was. Schneider: “Brazilië staat hoog op de ranglijst van landen die worstelen met corruptie.” Eén probleem lost een joint venture of vestiging echter niet op: “Het invliegen van buitenlandse specialisten bij een project is extreem duur. Je praat over belastingen op loon van 40 tot 50 procent.”
Extravert
Schneider typeert Brazilianen als vriendelijk, warm, sociaal en breedsprakig. “Zakenpartners willen je echt kennen. Dat is ook logisch. Wetten en regels zijn er, maar het gebruik ervan afdwingen in de rechtbank duurt een eeuwigheid. Vertrouwen is daarom de basis voor zakendoen. Een Braziliaan wil zich ervan overtuigen dat zijn mogelijke partner net zo toegewijd is.”
Remko Triezenberg van NL EVD voegt daaraan toe dat e-mails zelden werken, zeker in het Engels. En als Nederlander moet je je niet laten afschrikken door langdurig handen schudden, aanrakingen of omhelzingen. “Ze zijn wat fysieker.” Portugees spreken is een pré. Kees Koonings: “Het blijft Brazilië, waar breed hoger onderwijs nog in de kinderschoenen staat en dat een lange nationalistische geschiedenis kent.” Hij heeft nog een goede tip om als Nederlander het ijs te breken: “Je kunt altijd over voetbal beginnen. Cruijff, Van Basten, Van der Sar en Kuijt, ze kennen ze allemaal. En in 2014 mogen ze het WK organiseren.”
Dit artikel verscheen eerder in Chemie Magazine.
Ook interessant:
De nieuwste fruitgeuren komen uit de fabriek
Zelfreparerende coating doet natuurlijk groei na
Reacties
- Er zijn nog geen reacties.
- Reageer zelf
Reageren via Facebook