Comeback van recyclen, verbranding op retour
/reageer
Jarenlang stond afvalverbranding in een positief daglicht. Maar het tij lijkt te keren. Politici in de Tweede Kamer zijn van mening dat verbranden ‘uit’ is. En ook afvalverwerkers zetten steeds meer in op recycling.
Verbranding werd lange tijd gezien als dé oplossing voor het afvalprobleem in Nederland. Want niet alleen hoeft zo veel minder afval op onaantrekkelijke stortplaatsen te worden gedumpt, via verbranding kan ook nog eens energie uit het afval worden gewonnen. Daardoor hoeft minder energie te worden opgewekt uit het verbranden van bijvoorbeeld steenkool. Zo draagt afvalverbranding dus bij aan het verminderen van de CO2-uitstoot in Nederland.
Dit groene imago heeft de afvalverbranders geen windeieren gelegd. De afgelopen jaren hebben zij hun activiteiten flink uitgebreid. En ook de komende jaren worden in Nederland nog diverse verbrandingsinstallaties bijgebouwd. In Roosendaal bijvoorbeeld, en in het Friese Harlingen. Mede door het duurzame imago van afvalverbranding zijn diverse gemeenten, zoals Amsterdam en Leiden, inmiddels gestopt met GFT-scheiding.
Hergebruik is norm
Toch is er een kentering waar te nemen: afvalverbranding wordt niet langer als zaligmakend gezien. In elk geval niet door politici in de Tweede Kamer. “Verbranden is uit, tenzij het niet anders kan. Hergebruik is de norm”, stelde PvdA-Kamerlid Jan Boelhouwer dit voorjaar bij de behandeling van het nieuwe Landelijk Afvalbeheerplan, het zogeheten LAP2. Boelhouwer acht het de taak van de politiek om “meer inspanningen te leveren om ervoor te zorgen dat verbranden nog minder de norm wordt”.