De machine die gedachten leest /reageer

De machine die gedachten leest

Met nieuwe technieken is het mogelijk om ´live´ hersenactiviteit waar te nemen. Agressie, angst, opwinding, van de grote emoties is goed bekend waar die zich in de hersenen afspelen. De vraag is: weten we dat ook van een onbegrepen emotie als de liefde? Zo ja, hoe werkt dat dan en wat hebben we eraan?

Liefde is een vreemde ziekte, hoor je wel eens zingen bij gebrek aan een goede verklaring voor dit zo alledaagse en tegelijk zo ingrijpende verschijnsel. Vlinders in je buik, leven op de roze wolk, liefde maakt blind; mensen kunnen de gevoelens die bij liefde komen kijken vaak wel benoemen, maar niet begrijpen. Er is zelfs een tijd geweest dat je als verliefde het risico liep met het stempel ‘hysterisch’ te worden opgeborgen in een inrichting. En liefde is heftig, depressies of moordpartijen blijven de ongelukkigen in de liefde niet bespaard.

Maar aan de totale onwetendheid over wat liefde nu precies is of teweegbrengt komt langzaam een einde. Sinds wetenschappers hersenactiviteit kunnen meten en laten zien, wordt steeds duidelijker welke processen in het hoofd betrokken zijn bij verliefdheid. Natuurlijk spelen hormonen een rol, maar sinds het gebruik van de mri-scanner, in het Engels magnetic resonance imaging, een apparaat dat gebruik maakt van magnetische golven om de elektrische stroompjes in ons hoofd te meten (zie kader), kunnen wetenschappers zien welk deel van de hersenen actief is als een persoon aan zijn geliefde denkt.

Seks is geen liefde

Een van de eerste wetenschappers die met hersenactiviteitmetingen verliefdheid onderzocht is de Zwitserse neurobioloog Andreas Bartels, nu werkzaam aan het Max Planck Institute for Biological Cybernetics. Hij maakte gebruik van de zogenaamde functionele mri, een techniek waarmee je gedurende langere tijd - soms tientallen minuten - elektronische foto’s maakt van hersenactiviteit. Deze fMRI laat zien welke hersendelen relatief veel en welke juist weinig zuurstof verbruiken op het moment dat proefpersonen bijvoorbeeld naar een foto kijken van de persoon op wie ze verliefd zijn.

Bartels selecteerde zeventien proefpersonen van gemiddeld 23 jaar oud die aangaven smoorverliefd te zijn. Hij liet ze afwisselend kijken naar foto´s van vrienden of foto´s van hun geliefde. Hij voegde de resultaten van de hersenscans samen tot enkele plaatjes waaruit duidelijk zichtbaar werd welke delen in de hersenen betrokken zijn bij verliefdheid.

Volgens Bartels waren de hersendelen die oplichtten ook betrokken bij andere positieve emoties, zoals beloning en euforie. In 2005 waren het onderzoekers van enkele universiteiten in New York die het onderzoek van Bartels konden bevestigen. Maar zij ontdekten ook voor het eerst dat liefde veel minder met seks te maken heeft dan vanuit de evolutietheorie aangenomen werd. De gedachte was: een man en een vrouw worden verliefd om te zorgen dat ze lang genoeg bij elkaar blijven om nakomelingen te maken.

‘Maar wij zagen dat bij seks en bij romantische liefde twee verschillenden delen van de hersenen betrokken zijn,’ vertelt Arthur Aron van de Universiteit van de staat New York in Stony-Brook. ‘Als iemand naar een foto kijkt van zijn geliefde zien we alleen op hele kleine schaal hersenactiviteit in het gebied waarvan we weten dat het gerelateerd is aan seksuele opwinding.’