De strijd om schaliegas, geest uit leisteen /1 reactie

De strijd om schaliegas, geest uit leisteen
  • door: Tseard Zoethout
    over: energie, concurrentie
    op: 1 augustus 2011
  • Schaliegas kon eerst niet uit leisteen gewonnen worden, maar dankzij nieuwere technieken kan dat wel.

  • Met een gestaag stijgende gasprijs neemt de interesse voor deze vorm van gasexploratie toe.

Diep onder de grond in Nederland bevindt zich bijzonder veel schaliegas, tot net zoveel als de gasbel in Slochteren. Eerst kon dat niet uit de leisteen worden gewonnen. Maar met nieuwere boortechnieken gaat dat wel. Zo heeft Cuadrilla vergunning om in Brabant proefboringen uit te voeren. Aan die prachtige vooruitzichten kleven echter ook bezwaren. Welke geest gaat er uit de fles?

De gasmarkt is deze eeuw al twee keer ingrijpend veranderd. Eerst met de opkomst van LNG, daarna met de ontdekking van gigantische volumes onconventioneel gas in dikke schalie- en leisteenlagen in Amerika. Aan de overkant van de Atlantische Oceaan heeft zich de laatste jaren namelijk een ware gasrevolutie voltrokken. Zo is alleen al in de staat Pennsylvania het aantal bronnen, hoofdzakelijk voor deze nieuwe soorten gas, van 36.000 in 2000 naar tegenwoordig 71.000 gestegen.

Ten noordwesten van Pittsburg bevindt zich de Marcellus laag, een gashoudende schaliesteenlaag op enkele honderden meters diep die enkele honderden meters dik is en door de New York Times ook wel als het ‘Saudi-Arabië van onconventioneel gas’ werd omschreven. Tien jaar geleden werd circa een procent van al het gas uit dergelijke lagen gewonnen, tegenwoordig meer dan twintig procent. Mede als gevolg daarvan heeft het IEA de schatting voor wereldwijd beschikbare aardgasreserves van 100 tot 250 jaar moeten bijstellen.

Opgewonden worden

Waarom kon schaliegas tot aan het begin van deze eeuw nu niet worden gewonnen? Omdat het gas, in tegenstelling tot onze gasbel in Slochteren, niet onder druk staat maar in de micro-poriën van gashoudende steenlagen zit opgesloten. Het zijn restanten van algen die honderden miljoenen jaren geleden naar de zeebodem daalden. Waar mijnbouwexperts opgewonden van worden, is dat er meer is vereist dan alleen een verticale pijp de diepte in te slaan om het schaliegas omhoog te pompen.

In plaats daarvan boren ze nu meerdere putten en injecteren die met grote hoeveelheden water, zand en een paar promille chemische toevoegingen (Eng: hydro fracking). Dat proces moet ervoor zorgen dat er kleine haarscheurtjes in de keiharde steenlagen komen zodat het gas eruit gepompt kan worden. Vervolgens kunnen de mijnbouwexperts ook multilateraal boren om het aantal putten aan de oppervlakte te verminderen.

In de Brabantse bodem

Met een gestaag stijgende gasprijs nemen niet alleen de winningen maar ook de studies naar deze vorm van gasexploratie toe. En Nederland begint op dit, nog grotendeels onontgonnen terrein sinds vorig jaar een aardig woordje mee te spreken. Net als in het noordwesten van de VS strekken zich ook hier uitgebreide gashoudende lagen uit, het zogenaamde Brabant Massief en de Roerdal Slenk. Daar ziet de mijnbouwsector wel een stevig belegde boterham in.

Waar andere bedrijven zich richten op boringen in de Achterhoek en Noord-Limburg, de randen van het Massief en de Slenk, is Brabant Resources, een dochteronderneming van het Canadese Cuadrilla, al enkele stappen verder. Brabant Resources, waarin het Rijk via Energie Beheer Nederland voor 40% participeert, heeft eind vorig jaar toestemming gekregen een aanvraag voor proefboringen in de Flevopolders en Brabant in te dienen. De gemeentes Haaren en Boxtel zijn positief en hebben aan die aanvraag fiat gegeven.

Proefboringen

Volgens Henk Duyverman, geoloog in dienst van Brabant Resources, zijn de nieuwe boortechnieken tegenwoordig al bijna hetzelfde als voor normale gasboringen. “Een groot deel van de huidige gasproductie”, zegt hij, “komt uit leisteengas. In Amerika ligt dat al op ruim de helft. Deze gashoudende laag is, zo verwachten we dertig tot zestig meter dik en ligt drie tot vier kilometer diep. Daarvoor slaan we twee tot vier putten van waaruit we, om de paar honderd meter, vervolgens gaan ‘fracken’. Die laag alleen al is keihard en bijna ondoordringbaar zodat er geen enkele kans bestaat dat het geïnjecteerde mengsel naar boven doorsijpelt, laat staan in het grondwater terecht komt. En tussen de schalie en de oppervlakte zitten nog minstens zes ondoordringbare lagen. Bovendien is fracking al tientallen jaren in Nederland met succes toegepast.”

Voor de proefboringen in Boxtel wil Brabant Resources de Drillmec HH 220, een moderne installatie van niet eens dertig meter hoog, in de loop van 2011 laten overkomen uit Lichfield (bij Birmingham), hoofdkwartier van Cuadrilla. De toren daar is nu in gebruik voor de allereerste proefboring in Engeland waarvan zowel resultaten als opbrengsten de komende vier jaar uit concurrentieoverwegingen en conform de Engelse wetgeving geheim worden gehouden, zo berichtte ‘The Guardian’ begin maart 2011.

Hoeveel gas er in Brabant diep onder de grond zit, weet ook Duyverman niet. “De proef in Boxtel zal moeten uitwijzen hoeveel winbaar schaliegas in de lagen zit”, zegt hij. “Schattingen voor Nederland lopen uiteen van 200 tot 2400 miljard kuub gas. Om dat laatste in perspectief te zetten: dat is net zoveel als het gas uit Slochteren. De formatie van de schalielagen, de diepte en de druk zijn hier in Brabant goed, anders investeren we immers niet twaalf miljoen euro per put.”

In de Brabantse natuur

Tegen de plannen van Brabant Resources zijn de laatste maanden echter nogal wat bezwaren gerezen, vooral vanuit de Stichting Schaliegas Vrij uit Haaren. Voorzitter Willem-Jan Atsma, epidemoloog van origine, wijst hiervoor naar de ervaringen die men in, onder meer, Pennsylvania heeft opgedaan. Sinds enkele jaren woont hij aan de rand van de Drunense en Loonse duinen en ziet de ontwikkelingen met lede ogen aan.

De verschillende manieren van gaswinning uitgebeeld.

Toen hij, op een gemeentelijke hoorzitting, de bekroonde documentaire ‘Gaslands’ over schaliegaswinning wilde vertonen, werd hem alras duidelijk gemaakt dat zoiets niet kon. Vrijwel alle feiten klopten volgens Cuadrilla niet, iets wat in een hele reeks publicaties al is aangetoond.

Toch blijft Atsma tegenstander en lichtte hij, in de pauze, de trailer van deze nogal gekleurde documentaire toe. “Om de binnenlandse productie van fossiele brandstoffen in de VS omhoog te schroeven”, zegt hij, “heeft de regering Bush in 2005 de Energy Policy Act ingesteld en daarmee diverse andere cruciale wetten terzijde geschoven. Wie naar onconventioneel gas boort, hoeft zich niet aan alle regels van de Clean Air Act, Safe Drinking Water Act en Clean Water Act te houden. Dat geeft mijnbouwbedrijven, zo blijkt uit ‘Gaslands’, de mogelijkheid zich aan weinig gelegen te laten liggen. Mensen die gashoudend water uit de kraan met een aansteker in vlam zetten. En drie keer zoveel astmagevallen als het gemiddelde in de staat Texas waar al 93.000 gasbronnen zijn. Nu is Nederland Amerika natuurlijk niet maar de winning van schaliegas zal volgens ons ook hier ten koste gaan van het milieu en landschap. Tientallen boortorens zullen het landschap in Brabant ontsieren. En we zitten hier wél vlakbij twee grote natuurgebieden. De mijnbouwsector mag weliswaar zeggen dat aardgas tot de schoonste fossiele brandstoffen behoort, voor deze vorm van winning gaat dat nauwelijks op.”

Instellen van een moratorium

Recente studies, onder meer van de Cornell University en het Tyndall Centre for Climate Change Research, geven hem gelijk. In opdracht van een institutionele belegger in oliemaatschappijen onderzocht het Tyndall Center begin 2011 de neveneffecten van schaliegaswinning voor Engeland. En het kwam, temidden van het rumoer dat rondom de proefboringen van Cuadrilla in Lancashire is losgebarsten, met conclusies die er niet om logen.

Terwijl de Algemene Energieraad, het belangrijkste adviescollege aan de regering, in haar brief van februari 2011 aan Minister Verhagen (Economie, Landbouw en Innovatie) nog rept van aardgas als transitiebrandstof naar een meer duurzame energieinfrastructuur, stelt het Tyndall Centre, net als de Cornell University, dat schaliegas geen vervanging van maar juist een aanvulling op andere fossiele brandstoffen is. Als gevolg daarvan zal CO2 uitstoot wereldwijd met 11 ppm stijgen (ppm: parts per million). Bovendien is er in Pennsylvania al vervuiling van drinkwater geconstateerd. Het Tyndall Centre pleit daarom voor een moratorium op schaliegaswinning.

Voor Cuadrilla gaat het instellen van een moratorium veel te ver. Volgens het bedrijf zullen de proefboringen in Brabant met de grootste zorg en veiligheid worden omkleed. Maar ook zij kunnen er niet om heen dat het Amerikaanse Environmental Protection Agency) in een vertrouwelijk document dat eind februari op de burelen van de New York Times terecht kwam, de impact van ‘hydro fracking’ heeft erkend en daarmee de regering en olie-industrie danig in verlegenheid heeft gebracht.

Hydro fracking

Want wat staat er in het vertrouwelijke rapport? Voor ‘hydro fracking’ zijn miljoenen liters water, gemengd met zand en een klein promillage aan chemische toevoegingen noodzakelijk. Uit de olie-industrie zelf was al enige jaren bekend dat dat mengsel, wanneer het voor een deel met het gas naar boven komt, ook een heel scala aan toxische, corrosieve en carcinogene en radioactieve stoffen naar de oppervlakte brengt, stoffen als benzeen, kwik, arseen en radium 226.

Minder bekend was echter dat die substanties, in aanzienlijk grotere hoeveelheden dan de EPA eerder dacht, door slechte winning ook in het grond- en oppervlaktewater terecht komen. Vooral in Pennsylvania, waar de meeste schaliegaswinning plaatsvindt, levert dat problemen op. Volgens het EPA rapport kunnen Amerikaanse RWZI’s en drinkwaterbedrijven deze stoffen nooit tot een voor de mens aanvaardbaar niveau terugbrengen. Tijdens een droogte, eind 2008, vervuilden lozingen van de gasindustrie op de Monongahela, van waaruit Pittsburg haar drinkwater haalt, de rivier bijvoorbeeld dermate sterk dat de overheid de bevolking adviseerde alleen flessenwater te gebruiken.

Anderen gaan nog verder en zien zelfs spoken en beren op de weg. “Hydro fracking’ is verbonden aan elk deel van de milieucrisis, van habitat verlies tot blootstelling aan radioactieve straling”, zo schrijft toxicoloog Sandra Steingraber in ‘Orion’, het literaire boegbeeld van de milieubeweging in de VS. “Het is een tornado aan de horizon die alle inspanningen voor een meer groene economie om zeep helpt, lokale landbouw, investeringen in duurzame energie, de mogelijkheid om met je fiets over plattelandswegen te rijden. Wat gebeurt er met de vele duizenden verlaten bronnen in New York? Wat gebeurt er als de frackingvloeistof, nu nog opgeslagen in het leisteen onder onze aquifers, een oud boorgat vindt? Ik hoorde een expert in gevaarlijke stoffen beschrijven hoeveel ppm benzeen de kans op leukemie en aangeboren afwijkingen vergroot. Ik hoorde een vrouw uit Pennsylvania – waar de schaliegasbron borrelt van methaan en wiens kinderen ’s nacht bloedneuzen hebben – vragen hoe ze haar kinderen veiligheid kon bieden. Ze vroeg het me. En ik had geen antwoord.”

Welvaart

Maar Nederland is Amerika niet. Hoewel de AER in haar laatste advies aan de regering ervoor pleit grondeigenaren en huurders van de grond mee te laten profiteren van schaliegaswinning, is het in Nederland nog altijd zo dat, in tegenstelling tot Amerika, niet de grondeigenaar maar de overheid de bodemschatten bezit. Toezicht, controle en monitoring van gaswinning ligt al ruim een halve eeuw bij het Staatstoezicht op de Mijnen. En die eist, op grond van de Mijnwet, dat zelfs mantelbuizen nooit mogen lekken. De AER somt het nog eens op: “goed watermanagement en een goed begrip van het gedrag van gesteenten bij het kraken zijn een voorwaarde, waaraan het in de VS wellicht heeft ontbroken. Nederland heeft veel kennis op dit gebied en zou deze verder moeten ontwikkelen en vermarkten.”

Volgens Cuadrilla is de situatie voor proefboringen radicaal anders dan in Amerika. “We leven hier in een dichtbevolkt land dat kritisch naar deze ontwikkelingen kijkt”, zegt Duyverman. “Regelgeving is hier vele malen strenger dan de VS. De Nederlandse onshore winning heeft al tientallen jaren geen ongelukken gekend. En Brabant Resources mag dan een jong bedrijf zijn, een van de oprichters, het Australische Lucas Energy, heeft veel ervaring in Queensland met het boren naar methaan dat in aquifers zit opgesloten. Geologisch liggen de lagen ook veel dieper dan in Amerika, op zo’n vier kilometer terwijl die in de VS op slechts enkele honderden meters onder het oppervlak liggen.

Op grote schaal uitvoeren

De boortechnieken zijn de laatste jaren sterk verbeterd. We kunnen vanuit een kleine locatie veel schalie bereiken. Van tientallen boortorens zoals de Aktiegroep Schaliegas Vrij voorspiegelt, is dan ook geen sprake. Bovengronds grendelen we alles hermetisch af zodat er niets in het milieu terecht komt. Tijdens het boren en ‘hydro fracking’ wordt drinkwater gebruikt, gerecycled tijdens het werk en het overschot naar een erkende verwerker afgevoerd. Want alles moet wel zo schoon mogelijk gebeuren.”

Atsma is in eerste instantie nog niet zo overtuigd. “In Amerika komt circa een kwart van de frackingvloeistof met het schaliegas terug”, zegt hij. “De desinfectant glutaraldehyde die Cuadrilla nu wil gebruiken, veroorzaakt huidreacties en benauwheid en is genotoxisch (schadelijk voor erfelijk materiaal). En van de monomeer van polyacrylamide – dat voor viscositeit in de boringen zorgt - is weer bekend dat het neurotoxisch is (schadelijk voor het zenuwweefsel). Ik zou graag willen zien dat ze mogelijke negatieve gevolgen voor de volksgezondheid ook met feiten en bewijzen weerleggen. Maar vooral, hoe de huidige staatssecretaris van landbouw bij de EU wil verdedigen dat de overheid aan de rand van twee grote natuurgebieden dergelijke gasboringen toestaat.”

Cuadrille begrijpt de zorgen van Atsma en de inwoners. “We zien het dan ook als onze taak”, zo besluit Ken Lowe, directeur Cuadrilla Nederland in een email, “het publiek te laten zien dat boren veilig en verantwoordelijk kan geschieden. Daarom gebruiken we de laatste inzichten om minimaal invloed op de omgeving uit te oefenen. Dat kan al tijdens proefboringen. De uitdaging is nu om dat in een dergelijk dichtbevolkt gebied op grotere schaal uit te voeren en te bewijzen dat we het voorbeeld kunnen zijn voor schone schaliegaswinbedrijven.”

Een sterk ingekorte versie van dit artikel is verschenen in vakblad Utilities, maart 2011.

Reageren via Facebook

Reacties

Over Tseard Zoethout

Tseard Zoethout is journalist duurzame ontwikkeling met speciale aandacht voor energie- en watervraagstukken, energieefficiency, maatschappelijk verantwoord ondernemen, biologische landbouw en duurzame energie. Hij is nieuwsredacteur van MVO MKB blad Pepper en publiceert regelmatig in vaktijdschriften.