Energiereus Siemens houdt kernenergie voor gezien
/reageer
-
door: Arno Schrauwers over: energie, duurzaam, businesstrends op: 3 oktober 2011 Het Duitse Siemens stopt met kernenergie.
Een bedrijfspolitieke zaak of het begin van het einde voor kernenergie?
Terwijl Nederland nog een of twee nieuwe kerncentrales wil bouwen en wereldwijd de nucleaire industrie de rugwind van de aardopwarming lijkt mee te hebben, heeft de Duitse energiereus Siemens rigoureus een streep gezet door zijn nucleaire activiteiten.
Het Duitse bedrijf had zich uit een gezamenlijke onderneming met het Franse atoombedrijf Areva teruggetrokken, wat het op een fikse boete van 648 miljoen euro kwam te staan, en wilde met het Russische staatsbedrijf Rosatom in zee gaan.
Wat fout kan gaan
Die nog prille samenwerking wordt in de knop gebroken. Is Siemens’ vertrek het begin van het einde van kernenergie of gewoon een stap van een bedrijf dat op dit terrein het tij niet mee heeft op de Duitse thuismarkt? Duitsland heeft, anders dan de Nederlandse, na de ramp in het Japanse Fukushima in maart nogmaals definitief afscheid genomen van de optie kernenergie.
De mondiale kernenergiebranche heeft weer praatjes gekregen. Na de kernramp in het Oekraïense Tsjernobyl op 26 april 1986 leek kernenergie een gepasseerd station. In veel landen werd of besloten de bestaande centrales te sluiten of er werd, soms bij referendum, uitgemaakt er helemaal niet aan te beginnen. In 1997 ging in Nederland de experimentele kleine centrale Dodewaard dicht en Borssele zou binnen niet al te lange tijd volgen.
Kernenergie, dat in de jaren ‘50 was gezien als onze stralende energietoekomst (gesteld zonder de wrange bijsmaak die dat woord nu heeft) was passé. ‘Tsjernobyl’ toonde aan dat het vreselijk fout kon gaan met kernenergie.
Daar komt dan nog eens een ander veiligheidsaspect bij: de verspreiding van kernwapens. Kerncentrales produceren plutonium, een gemeen radioactief element dat uitstekend geschikt is om in kernwapens te worden gebruikt. Energiespecialist Wim Turkenburg, hoogleraar aan de universiteit van Utrecht en geen voorstander van kernenergie, vindt vooral die zogenoemde proliferatie een onoplosbaar probleem, zo stelde hij vorig jaar voor de Vara-tv.
De huidige generatie reactoren, waarvan de de hogedrukreactor EPR van Areva PN hoge ogen lijkt te gooien, is volgens Turkenburg een aantal malen veiliger dan de huidige centrales die in dienst zijn en aan het afvalprobleem is veel te doen door de levensduur van de radioactieve isotopen te verminderen (geen duizenden, maar honderden jaren).
Sjoemelen met cijfers
Proliferatie wordt echter alleen maar een grotere dreiging als er meer kerncentrales worden gebouwd. Niet voor niets ageerden de VS heftig tegen de kerncentrale die Iran in Busher aan het bouwen was en inmiddels stroom levert aan het net. Het proliferatieprobleem lijkt hier bezworen doordat Rusland, leverancier van de centrale en van de brandstof, de Perzen heeft verplicht de gebruikte brandstofstaven weer naar Rusland te sturen. Of dat een afdoende maatregel is, is de vraag. Noord-Korea is de andere kwaaie pier, die kerncentrales misbruikt voor het aanmaken van kernbommen, zo is de wereldwijde vrees.
Iran heeft zich onderworpen aan het toezicht van het Internationale Atoomnergieagentschap IAEA) in Wenen, maar er blijven internationaal bij verschillende landen twijfels of Iran wel loyaal mee zal werken. Sjoemelen met cijfers en materiaal is niet al te moeilijk. Hoe je het wendt of keert: kernenergie heeft een levensgevaarlijk lelijk trekje dat niet zo 1, 2, 3 is weg te poetsen. Opmerkelijk in dit verband is dat de nieuwe hogedrukreactor van Areva naast uranium ook MOX ’stookt’, een mengsel van uranium- en plutoniumoxide. MOX is mede bedoeld om er voor te zorgen dat er niet te veel ‘bomwaardig’ plutonium ontstaat.
Er wordt weer gebouwd
Maar kernenergievoorstanders zeggen dat kernenergie veel voordelen heeft. Het is, als er geen ongelukken gebeuren, een schone technologie. Bij de energieopwekking wordt weinig CO2 geproduceerd. Dat argument wordt momenteel door de branche als hét grote voordeel van kernenergie naar voren gebracht. Daarbij zou kernenergie goedkoop zijn, maar daarover lopen de meningen radicaal uiteen. Is in die kostenberekening ook een reële schatting gemaakt van de ontmantelingskosten van een kerncentrale? Dan praat je gauw over een kostenpost van vele honderden miljoenen tot zelfs miljarden euro’s per centrale.
Dat CO2-argument lijkt echter op het ogenblik de doorslag te geven voor een nieuwe opleving van kernenergie. Volgens het Belgische energiebedrijf Electrabel is kernenergie wereldwijd goed voor 17% van de stroomproductie (Europa 31%; cijfers 2005). Bij die cijfers moet bedacht worden dat het merendeel van de energie die we gebruiken geen elektrische energie is, maar warmte. Zo’n tweederde van onze energiebehoefte bestaat uit warme voor industriële processen en voor verwarming. Die Europese 31% komt dus neer op 10% van de energievraag. In veel media wordt net gedaan of de stroomvraag hetzelfde is als de energievraag. Overigens neemt het aandeel van elektriciteit in de totale energiebehoefte wel toe.
Voor het eerst sinds tijden wordt er weer gebouwd. Areva heeft een aantal centrales op het programma staan. In Finland wordt gebouwd aan een reactor (EPR), de Olkiluoto-3, met een vermogen van ruim 1600 MW, die in 2013 in bedrijf moet komen. Ter vergelijking: Borssele heeft een vermogen van 485 MW.
De begroting, oorspronkelijk beraamd op 3 miljard euro, is inmiddels aanzienlijk overschreden. Verder heeft het Franse bedrijf een centrale in Flammanville (F) en twee in Taishan (China) in de orderportefeuille. Engeland denkt er over om vier EPR-centrales te bouwen. Ook Amerika is weer aan het bouwen geslagen met de zege van president Obama.
Over de hele wereld zijn volgens een recent rapport (augustus 2011) van het Deense laboratorium voor duurzame energie in Risø zo’n 64 centrales in aanbouw, waarvan in China alleen al 27. De organisatie van de kernenergiesector WNA (World-Nuclear Association) stelt in haar jongste voorspelling dat het huidige (2008) opgesteld vermogen (367 GW van ruim 400 kerncentrales; 1 GW=1000 MW) in 2030 zal zijn gegroeid tot tussen de 602 GW (de laagste schatting) en 1350 GW. Ook WNA speelt volop de kaart van de terugdringing van de CO2-uitstoot.
Japan kan niet zonder
De onderzoekers van het Deense onderzoeksinstituut in Risø constateren dat na de ramp in Fukushima Duitsland definitief (dat had al eerder afscheid genomen van kernenergie) een streep heeft gezet door kernenergie, dat Zwitserland uitbreiding heeft opgeschort en dat Italië afziet van nucleair. “Buiten die drie landen zijn er in de rest van de wereld geen tekenen van fundamentele verandering in de energieplannen en de ontwikkeling van kernenergie”, zo laat het instituut weten.
Daar hoort tenminste Japan bij. Japan is goed voor 55 centrales die 24% van de elektrische energie leveren. In juli zei premier Naoto Kan dat Japan af wil van kernenergie, maar inmiddels heeft zijn opvolger Yoshihiko Noda begin september gezegd dat Japan voorlopig niet zonder kernenergie kan. Op den duur zullen we onze afhankelijkheid van kernenergie wel moeten verminderen, maar dat kan niet van de ene op de andere dag, zei hij tegen persbureau Bloomberg.
Zweden is bezig aan een terugtrekking en ook België heeft in 2002 aangekondigd en in 2003 in de wet vastgelegd om vanaf 2015 zijn zeven centrales (totaal vermogen 5700 MW) uit bedrijf te halen. In 2025 zou dat land, dat nu tweederde van zijn elektrische energie uit de atoomsplitsing haalt, dan kernenergievrij zijn. Of dat allemaal gerealiseerd zal worden, moet nog worden afgewacht, want ondertussen zijn er stemmen opgegaan dat besluit te herzien, en de wet kent ontsnappingsmogelijkheden.