Expert: 'We ontkomen niet aan kernenergie'
/7 reacties
-
door: Claud Biemans over: energie, regelgeving, businesstrends, materiaal op: 28 april 2008 Sinds Tsjernobyl is er weinig meer geïnvesteerd in kernenergie. Is het tijd voor een opleving?
Gesprek met Tim van der Hagen, directeur van het Reactor Instituut in Delft
In de jaren vijftig kwamen civiele toepassingen van kernenergie tot ontwikkeling. Na de ongelukken in Harrisburg (1979) en Tsjernobyl (1986) is er wereldwijd weinig meer geïnvesteerd in kernenergie. Is het nu tijd voor een opleving?
Een gesprek over de perspectieven van kernenergie met Tim van der Hagen, directeur van het Reactor Instituut in Delft.
Kweekreactoren
In de World Energy Technology Outlook uit januari 2007 [pdf] schetst de Europese Commissie een wereld in 2050 waarin de totale energievraag twee keer zo groot is als nu. Kernenergie moet dan twintig procent van de totale vraag dekken en veertig procent van de elektriciteitsbehoefte.
Kernenergie
In 1896 ontdekte Henri Becquerel bij toeval het spontane radioactieve verval - ofwel splijting - van uranium.
Met Einsteins E = mc2 werd het in het begin van de twintigste eeuw duidelijk dat bij het splijten van een gram uranium evenveel energie vrij zou komen als bij het verstoken van 2.500 ton steenkool.
In 1939 lukte het de Duitsers Hahn en Strassman de splijting van uranium-235 op te wekken. De zoektocht naar de kettingreactie in radioactieve elementen begon zowel in Duitsland als in de Verenigde Staten, Rusland en Japan, met als vernietigend resultaat de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki in 1945.
Dit zou gerealiseerd moeten worden door na 2020 vierde-generatie- kerncentrales (Zie kader hierover op pag. 3) te bouwen. Als er tegen die tijd nog geen kweekreactoren gebouwd zijn, betekent dit scenario een zes keer sneller verbruik van de beschikbare uraniumvoorraden (Zie kader Bronnen en productie hieronder).
Het wordt een hele prestatie om in Europa het percentage kernstroom op hetzelfde peil te houden als nu. Veel centrales die in de jaren zestig en zeventig gebouwd zijn, zullen de komende tijd sluiten. Verschillende landen in Europa willen stoppen met kernenergie.
Finland en Frankrijk zijn op dit moment bezig met het bouwen van een European Pressurized Reactor (EPR, 1,5 GW).
Een probleem bij kernenergie zijn de hoge investeringskosten. Het bouwen van een EPR kost nu naar schatting 3 miljard euro. Daarna zijn de bedrijfskosten echter laag.
Interview
Een nieuwe reden voor het gebruik van meer kernenergie is het reduceren van kooldioxide-uitstoot. Die is van een nieuwe kerncentrale over de hele keten genomen ruim tien keer lager dan de uitstoot van een gasgestookte centrale (bron). In Europees perspectief lijkt hier op korte termijn weinig winst te boeken, maar in Nederland hebben we alleen Borssele, met een elektrisch vermogen van 450 MW. Wat is hier de stand van zaken?
Bronnen en productie van uranium
Uranium komt voor in zeewater en in de aardkorst, vooral in de vorm van uranium-238 (99,275%) en uranium-235 (0,72%). Het hoopt zich op in verschillende soorten erts. In 2005 produceerden 17 landen uraniumoxide, met als grootste producenten Canada (27,9%) en Australië (22,8%). De wereldproductie in 2005 was ongeveer 49 miljoen kilo U3O8.
Dit dekt slechts ongeveer 60 procent van wat er jaarlijks nodig is voor de kerncentrales. De rest wordt aangevuld met onder meer voorraden en uranium en plutonium uit voormalige kernwapens. Sinds 1999 is dit laatste een jaarlijkse bron vergelijkbaar met ongeveer 10,6 miljoen kilo uranium uit mijnen (bron).
Tim van der Hagen: “Het is zeer waarschijnlijk dat Nederland een tweede kerncentrale gaat bouwen. De vergunningsaanvraag wordt waarschijnlijk in 2008 ingediend door Delta. Het wordt waarschijnlijk een European Pressurized Reactor, EPR van 1,5 GW, net als in Finland. De overheid weet al dat er een vergunningaanvraag komt.
In het regeerakkoord staat dat we in deze periode geen kerncentrale bouwen. Dat is een dooddoener, want het hele vergunningstraject duurt een jaar of vijf. Dus bouwen komt pas bij het volgende kabinet.”
“De nucleaire sector heeft in het verleden twee cruciale fouten gemaakt. Er is altijd geroepen dat kernenergie best duurzaam kan worden, met de ingebruikname van snellekweekreactoren. Wereldwijd is er echter maar één in bedrijf.” (zie kader ‘Werking kerncentrale en snellekweekreactor’ pag. 4)