Nieuws/ Heerenveen mag burger niet beschermen tegen bollengif /4 reacties

door: Saskia Buitelaar
over: duurzaam, regelgeving, ruimtelijke ordening, beleid
op: 19 mei 2009

De Friese gemeente Heerenveen heeft bij het opstellen van het bestemmingsplan buitengebied onzorgvuldig gehandeld door een teeltvrije zone van dertig meter voor bloembollentelers voor te schrijven. Dat heeft de Raad van State bepaald.

Precedentwerking

Volgens land- en tuinbouworganisatie LTO Noord voorkomt deze uitspraak precedentwerking voor meerdere gewassen in het hele land. ‘Wat vandaag voor de bollenteelt geldt, zou morgen in een andere gemeente ook kunnen gelden voor dezelfde of zelfs voor een andere teelt’, zegt beleidsadviseur Jan Galema.

Woon- en leefklimaat

LTO Noord stelde vorig jaar samen met de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur (KAVB) beroep in bij de Raad van State tegen het besluit van de provincie Friesland om het bestemmingsplan Heerenveen Buitengebied goed te keuren. De gemeente Heerenveen had hierin een bepaling opgenomen dat telers van bloembollen een teeltvrije zone van dertig meter moeten aanhouden tussen woningen en hun gewas. Heerenveen wil daarmee een goed woon- en leefklimaat waarborgen.

Beperking

Voor een kapitaalintensieve sector als de bloembollenteelt lopen de kosten van een dergelijke teeltvrije zone in de duizenden euro’s per teler, meent de belangenorganisatie voor de land- en tuinbouw. De zone vormt een onnodige beperking van het agrarische grondgebruik en kent ten onrechte meer gewicht toe aan de belangen van bewoners van burgerwoningen in het plangebied dan aan de belangen van agrariërs, vindt LTO Noord.

Vernietigd

Volgens de Raad van State heeft Heerenveen niet aangetoond dat een afstand van dertig meter noodzakelijk is voor het aspect volksgezondheid, noch voor het argument dat omwonenden hinder ondervinden van de bloembollenteelt. De bepaling in het bestemmingsplan moet worden vernietigd. De gemeente Heerenveen kon nog geen reactie geven op de uitspraak.

Dit verhaal verscheen eerder op www.binnenlandsbestuur.nl.

Reageren via Facebook