Het geheim van het grote geheim: je hoeft het niet te vertellen
/reageer
-
door: Audrie van Veen over: psychologie, sociologie op: 23 oktober 2009 Het leven met een groot geheim is een zware belasting voor het welzijn.
Maar veel mensen zijn juist beter af door hun geheim niet te onthullen.
Is het hebben van een groot geheim slecht voor je gezondheid? Nee, zegt Andreas Wismeijer, die onderzoek deed en onlangs promoveerde op de psychologie achter geheimen. Tenzij je een binnenvetter bent, dan levert het gepieker over wel degelijk stress en lichamelijke schade.
Voor open mensen kan juist het onthullen van hun geheim meer schade opleveren dan het bewaren ervan. Dit gaat in tegen de opvattingen die psychologen jarenlang hadden over geheimen en openheid. Van Wismeijers hand verschijnt binnenkort een populair-wetenschappelijk boek over geheimen met de theorie, cases en adviezen.
Freud zei het al: opbiechten is het beste
Er is nog niet veel onderzoek gedaan naar de psychologie van geheimen. Op dit moment zijn er wereldwijd zo’n 15 onderzoekers mee bezig. En dat terwijl ieder mens wel een geheim heeft. Dat het bewaren van een groot geheim psychische en fysieke schade oplevert en dat opbiechten goed is, is in de psychologie jarenlang de gangbare opvatting geweest. Al met Freud onstond de psychoanalytische traditie dat de diepste geheimen van een patiënt onthuld moesten worden aan de therapeut wil de behandeling kans van slagen hebben.
De Amerikaanse psycholoog Steve Cole ontdekte in 1996 dat seropositieve homoseksuele mannen die hun seksuele geaardheid geheim hielden, anderhalf tot twee jaar eerder aids kregen dan mannen die geen geheim maakten van hun seksuele voorkeur. Ook uit andere onderzoeken blijkt dat het hebben van een geheim impact heeft op de gezondheid van mensen.
IJsbeer
De oorzaak van lichamelijke effecten van het hebben van een geheim wordt gezocht in stress. Het bewaren van een geheim kost moeite, mensen zijn van nature geneigd dat waar ze mee zitten te delen met anderen. Doe je dat niet, dan levert dit stress op. Dat komt omdat onze hersens zo in elkaar zitten dat je als je jezelf verbiedt ergens aan te denken, je er juist aan denkt. Probeer maar eens 5 minuten lang niet aan een ijsbeer te denken. Geheid dat je de ijsbeer de hele tijd opduikt in je gedachten. Dit white-bear-fenomeen werd voor het eerst beschreven door de Amerikaanse psycholoog Daniel Wegner. Je komt door dit fenomeen in een soort vicieuze cirkel, waarbij je de gedachten aan iets onderdrukt waardoor ze alleen maar sterker worden. Zeker als het gaat om negatieve gedachten, dan ben je aan het piekeren. Volgens de Leidse klinisch psycholoog Brosschot kan piekeren leiden tot stress, uitmondend in een verhoogde bloeddruk en aanmaak van stresshormonen die angst en depressiviteit kunnen veroorzaken. Bovendien moet iemand die een geheim bewaart in sociale situaties voortdurend op zijn woorden letten. Ook dat levert stress op. Wismeijer geeft hierbij het voorbeeld van de wielrenner Greg Lemond: “Lemond bekende tegenover een collegarenner dat het seksuele misbruik uit zijn jeugd minder ingrijpend was dan het jarenlange zwijgen erover”.