Tweet

Het web heeft een olifantengeheugen /reageer

Internet is een fraai medium, maar dat fraaie medium beschikt over een olifantengeheugen. Tot in lengte van jaren kun je om de oren geslagen worden met het resultaat van een onbezonnen reactie of een leuk bedoeld filmpje. Die uitglijders kunnen je loopbaan behoorlijk in de weg zitten. De laatste jaren zijn er in Amerika, maar ook in Nederland bedrijven opgericht die zich, tegen betaling, druk maken om de internetreputatie van u of uw bedrijf.

In Amerika struint meer dan tachtig procent van de personeelswervers internet af op zoek naar ‘digitaal vuil’ van sollicitanten en valt menige kandidaat af door wat die sollicitant op het web heeft achtergelaten. Ted van den Berg, category manager employment agencies bij Akzo Nobel en lid van de sollicitatiecodecommissie van de Nederlandse Vereniging van Personeelsfunctionarissen (NVP), kent geen Nederlandse cijfers: “Dat cijfer kan in Nederland niet onder de vijftig procent liggen, schat ik, als je bedenkt dat tegenwoordig zeventig procent van alle sollicitaties via internet verloopt.”

Leuk bedoelde filmpjes

YouTube sterft er van, van die leuk bedoelde filmpjes die in half of geheel dronken toestand zijn gemaakt. En het leek je wel leuk om een pikante foto op Hyves te zetten, maar toen je een paar jaar later na je studie economie bij een grote bank ging solliciteren, werd je, ondanks je briljante cijfers, niet aangenomen.

In 2006 richtte in Californië de 27-jarige meester in de rechten Michael Fertik het bedrijf ReputationDefender op om bezoedelde reputaties van mensen op internet op te poetsen. Fertik dacht dat hij vooral bezorgde ouders als klant zou krijgen, maar het zijn met name jonge baanzoekers die bij ReputationDefender aankloppen.

Voor tien dollar in de maand houdt dat bedrijf bij wat er over jou op internet staat en voor nog eens dertig dollar vernietigt het bedrijf onwelgevallige informatie. Althans, het probeert die van het web te krijgen. Paul Pennelli van het Amerikaanse bedrijf: “We bemoeien ons niet met sites van kranten, tijdschriften of de overheid, maar als het verzoek volgens ons terecht is, dan vragen we de webbeheerder die informatie van de server te halen of op zijn minst onzichtbaar te maken voor de zoekmachines als Google en Yahoo. Dat lukt ons in de meeste gevallen.”

Volgens Pennelli volstaat meestal overreding. In het uiterste geval kan het bedrijf naar de rechter stappen, maar dat ligt natuurlijk aan de klant die daarvoor moet betalen. Het bedrijf zegt geen ongeoorloofde stunts toe te passen zoals inbraak op de server in kwestie of een webbombardement van de gewraakte webstek.