In de Freeconomy is alles gratis, maar niet heus
/1 reactie
-
door: Ewald Smits over: internet, bedrijfskunde, strategie, businesstrends op: 5 maart 2008 Bedrijven buiten de mediawereld nemen steeds vaker het businessmodel van de media-industrie over
Zo ontstaat een economie die gestoeld is op het woord gratis
Bedrijven buiten de mediawereld nemen in toenemende mate het businessmodel van de media-industrie over. Zo ontstaat een economie die gestoeld is op het woord gratis. Kabelmaatschappijen, vliegtuigmaatschappijen, Cd-productiebedrijven, directory services - ze geven een deel van hun producten gratis weg en verdienen met het aanbieden van aanvullende deals of services. “Now an entire eco-system of web companies is growing up around the same set of models”, schrijft hoofdredacteur Chris Anderson in het meest recente nummer van Wired. Waarmee de freeconomy is geboren.
Nieuwe economie?
Toegegeven: Anderson’s geluid doet denken aan dat van voor de Internetbubble. Aan de tijden dat burn rate voor winst ging en kostenefficiënt werken een lachertje leek.
Maar toch is het anders. Want de bedrijven die het model nu kopiëren, zijn daadwerkelijk succesvol - lees: maken winst in klinkende munt en werken kostenefficiënt. Vermoedelijk omdat ze uitsluitend de goede elementen kopiëren en niet de ogenschijnlijk glorieuze nieuwe-economie-roze-wolk als geheel.
Advertenties
De mediawereld is onlosmakelijk verbonden met advertenties. Kijk naar commerciële televisiezenders als RTL, SBS en Veronica. Kijk naar ondernemerstijdschriften als Bizz en Sprout en kijk naar websites als Zibb.nl en DeOndernemer.nl. Zij bestaan bij de gratie van advertenties. Ze verkopen geen content aan gebruikers, maar gebruikers aan adverteerders. De content is louter het middel om gebruikers aan zich te binden.
Het aantal media dat zich nog (gedeeltelijk) bedruipt met inkomsten uit abonnees is sterk dalend. De trend naar gratis is onherroepelijk. En daarmee is de trend naar alternatieve verdienmodellen groeiende.
Weggeven
Vernieuwende internetbedrijven als Google en Yahoo! adopteerden het advertentiemodel van de mediabijdrijven. Met bijzonder veel succes. Maar de freeconomy gaat verder dan geld verdienen aan advertenties alleen. De freeconomy gaat over de talloze andere manieren waarop mediabedrijven op dit moment geld verdienen door het weggeven van gratis content. Dat gaat van het verkopen of verhuren van gebruikersgegevens, via het verkopen van abonnementen met meerwaarde, tot het verkopen van producten van derden en het oproepen tot stemmen via sms. De mogelijkheden lijken onuitputtelijk; bijna elke dag komt er wel weer een omzetbron bij. Zo ontdekken B2B-uitgevers op dit moment de mogelijkheden van lead-verkoop. Rondom content krijgen gebruikers relevante producten of diensten aangeboden. Afrekenen geschiedt per ingevuld antwoordformulier.
Commodity
Niet-mediabedrijven nemen dit verdienmodel in toenemende mate over. Het zijn dan met name de bedrijven en sectoren waarvan de producten of diensten - net zoals in de media-industrie - in toenemende mate een commodity (aan het worden) zijn.
Neem Ryanair, dat jaarlijks 1,3 miljoen passagiers vervoert van Londen naar Barcelona. Een ticket kost niet meer dan 20 dollar en CEO Michael O’Leary streeft al jaren naar gratis tickets. Terwijl de kostprijs van een overtocht 70 dollar bedraagt.
Ryanair verdient die 70 dollar ook terug, maar niet meer alleen met tickets. Per ticket zet de maatschappij bijvoorbeeld 1 dollar om door passagiers bloot te stellen aan inflight advertenties, 6 dollar fee op de creditcard-afhandeling, 4 dollar op priority boarding, 3,5 dollar op een fles water en maakt het 30 dollar omzet op de afhandeling van twee stuks bagage. De resterende 5,5 dollar is afkomstig van andere exclusievere vluchten, die Ryanair met een hoge marge verkoopt.