'Je kunt niet zomaar een foto maken van een zon' /reageer

Amper 33 jaar, publicatie in Nature, gepromoveerd in Leiden en nu met een beurs verbonden aan het MIT; wat je noemt een droomstart van een glansrijke wetenschappelijke carierre voor Simon Albrecht. De Duitse natuurkundige is er zelf nuchter over: ´Ik ben vooral vasthoudend geweest.´

Het zijn enerverende jaren geweest, die de in Leiden gepromoveerde Duitse natuurkundige Simon Albrecht achter zich heeft liggen. Eerst was daar de verhuizing van Hamburg naar Leiden. Dan het onderzoek in Leiden dat niet erg van de grond dreigde te komen. Toen de nieuwe vriendin, het proefschrift schrijven, de – meestal – zwaarbevochten publicatie in Nature, en vervolgens de NWO Rubicon fellowship. En nu, huisraad en fiets achterlatend, is hij opnieuw verhuisd. Neergestreken in Boston, om aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT) weer opnieuw te beginnen.

‘Drukke jaren, ja. Maar vooral mooie jaren,’ vertelt Albrecht. ‘Ik heb met heel veel plezier in Nederland gewoond. Je kunt er bevoorbeeld goed fietsen.’ Nederlands leerde hij vooral bij de Leidse studenten duikvereniging. Want op de universiteit wordt bijna altijd Engels gesproken. ‘Wat ook wel weer makkelijk is’.

Een van de eerste dingen die hij controleerde in zijn nieuwe land was dan ook: kan ik goed fietsen in en rondom Boston? Wat bleek: ‘Europeser vind je een stad bijna niet in Amerika. Het is hier een prachtig najaarsweer. Een Indian Summer, zoals ze dat geloof ik noemen. Met mooie rode bladeren aan de bomen. Eindeloos fietsweer en zelfs hier en daar fietspaden.’ En het goede blijft Albrecht achtervolgen. ‘Mijn Nederlandse vriendin heeft dezelfde type beurs gekregen als ik, en is inmiddels ook begonnen in Boston!’

Stipjes

Albrecht kwam in aanraking met Leiden door interesse in het project Darwin, een ruimtemissie met de ambitie om spectrumanalyses te maken van de atmosfeer van exo-planeten die vergelijkbaar zijn met de Aarde. ‘Dat was toen, en is ook nu nog, toekomstmuziek’, zegt hij nu. `Maar in Leiden werd voorbereidend werk gedaan voor dat type project. Als afgestudeerde natuurkundige wilde ik graag verder in de sterrenkunde. Gefascineerd als ik was door de vraag hoe die wetenschappers toch steeds meer konden zeggen over die stipjes aan de hemel, waar je niet zomaar een foto van kan maken om er meer over te weten te komen.’

Leiden bleef trekken en hij kon hier aan de gang met zijn promotieonderzoek. Leiden was in zekere zin een logisch keus. Je kunt in Duitsland niet rechttoe rechtaan sterrenkunde doen, verklaart hij. Je stroomt bij het onderzoek altijd in via een andere studie, natuurkunde of wiskunde. ‘Wat dat betreft kon ik in Leiden nog veel leren. Dat heb ik ook gedaan door cursussen te doen.’
Dat Albrecht in de astronomie terecht zou komen, lag niet altijd voor de hand. Na zijn studie maakte hij eerst vele reizen en deed onderzoek in de oceanografie.

‘Toegegeven, het is een niet alledaagse overstap,’ klinkt het vanuit Boston. ‘Maar als natuurkundige neem je toch vooral de basiskennis mee.’ Bovendien, zo legt hij uit, een overeenkomst tussen de oceanografie en de sterrenkunde is de technologie van de remote sensing. Het meten op afstand. ‘En dat is wat ik kon, technieken bedenken hoe van een afstand nauwkeurig metingen te verrichten.’