John's Phone, een telefoon om mee te bellen /2 reacties

John

John’s Phone is een dumbphone waarmee je alleen kunt bellen. Ingeborg van Lieshout spreekt de Nederlandse ontwerpers.

Je zou John’s Phone kunnen zien als een stuk Dutch Design voor 70 euro. Of als de minimalistische dumbphone die je meeneemt op vakantie zonder dat je bang hoeft te zijn voor verlies, hoge internetkosten en lege batterijen. Of als een nieuwe gadget met Hollandse humor tot in de programmeercode (easter eggs!). Welke van de drie dan ook, als je dit legoblok uit je zak haalt, krijg je meteen commentaar, heb ik afgelopen week ervaren.
De reacties varieerden van ‘wat een coole bak!’, ‘kun je daar de garage mee open doen?’ tot ‘die moet ik hebben, om mee te showen’. Hoe hebben de makers het bedoeld?

Wie is eigenlijk John met wiens Phone we schijnbaar bellen? John’s achternaam is Doe, van het reclame slash ontwerpbureau John Doe Amsterdam. Je kunt ze kennen van een MTV filmpje met een raketlancering gone bad, het label From The Supermarket of de scooter Toni Electroni.

Wie zich afvraagt hoe je zo breed kunt werken zonder een specialiteit te hebben, de specialiteit van John Doe is non-conformisme. Niks geen pretentie, het is wat het is. En zo is het ook met de telefoon. Na als reclamebureau voor veel telecomklanten te hebben gewerkt, kwamen Diederiekje Bok en Hein Mevissen op het idee. In 2006 begonnen ze met het maken van deze telefoon.
Hein Mevissen alias Big John: ‘John’s Phone is een telefoon om te bellen en gebeld te worden. Hij ziet er niet uit als een lelijke klomp plastic en is strak en simpel van design. Makkelijk te gebruiken en vooral simlock-vrij, want we willen niet met een operator in zee om zo mensen weer dure abonnementen aan te smeren. Operators verleiden mensen met zogenaamde goedkope toestellen, maar je kunt er alleen hun pre-paid of abonnementkaart in doen. Wij vinden dat je zelf de keuze moet hebben.’

Balpen erbij

Bellen en opleggen, dat is wat deze telefoon kan. Hij heeft natuurlijk wel een geheugen voor telefoonnumers. In een notitieboekje dat achterop verborgen zit met een balpennetje erbij. ‘Iets wat wij altijd leuk hebben gevonden. Gewoon weer schrijven en leuke boekjes in je telefoon bewaren’, zegt Mevissen.

Die nummers heb je dus ook bij de hand met een lege batterij. Maar die gaat niet leeg, nog in geen 3 weken. De batterij-indicator zijn de letters JOHN’S. Ik ben pas bij JOH na een week veel bellen en niet bijladen.
Mevissen: ‘Wij hebben van John’s een quadbandtelefoon gemaakt, wat wil zeggen dat hij over de hele wereld werkt met elke operator in elk land. Je kan in Bagdad een simkaart kopen en je belt via het lokale netwerk.’
Een ander punt is de gebruiksvriendelijkheid. Aan en uit met een eenvoudig schuifje op de zijkant. Er zit één beltoon op die uit, normaal en hard kan. ‘Alles werkt eigenlijk weer analoog, maar dan met een mobiel. Beetje retro.’