Klimaatbeheersing juist niet altijd goed voor kunstwerk /reageer

Klimaatbeheersing juist niet altijd goed voor kunstwerk

Er zijn prachtige schilderijen van 400 jaar oud. Je zou zeggen dat die de tand des tijds hebben doorstaan en tegen een stootje kunnen. Toch proberen musea de laatste decennia het klimaat zo constant mogelijk te houden. Is dat noodzakelijk of juist schadelijk?

Om dat te onderzoeken heeft Marco Martens, promovendus aan de Technische Universiteit Eindhoven, het binnenklimaat van 21 uiteenlopende musea vastgelegd en vertaald naar een risicoprofiel voor het behoud van schilderijen, boeken, beelden en andere kunstobjecten.

Tijdens het klimaatcongres ‘Naar de knoppen’ op 17 februari presenteerde de onderzoeker zijn bevindingen aan directeuren, conservatoren en technici van vooraanstaande musea. Het blijkt dat een klimaat dat niet voldoet aan strenge internationale richtlijnen vaak toch geen schaderisico oplevert. Wel kan het duurzaamheid en energiewinst opleveren.

Voorspellen

De unit Building Physics & Systems van de faculteit Bouwkunde doet al jaren onderzoek naar het binnenklimaat in monumentale gebouwen. Om de bouwkundige expertise aan te vullen met kennis van museale objecten kreeg Marco Martens voor zijn promotieonderzoek input van de overheidsinstellingen Erfgoedinspectie en het Instituut Collectie Nederland. Doel is het binnenklimaat van musea in kaart te brengen waarna de kwaliteit van het behoud van de kunstobjecten die zij herbergen, kan worden voorspeld.

Het blijkt dat een klimaat dat niet voldoet aan strenge internationale richtlijnen vaak toch geen schaderisico oplevert

Minstens een heel kalenderjaar is nauwkeurig de temperatuur en relatieve vochtigheid gemeten die heerst binnenin 21 musea in België en Nederland. Daarnaast zijn de gebouwschillen goed doorgelicht. Welk materiaal is gebruikt en wat voor constructies zijn aanwezig? Zijn er lekken of koudebruggen als houten balken in het metselwerk? Hoe is de isolatie? Hoe wordt het binnenklimaat geregeld?

Zwetend en ademend

Dat kan door bevochtigen, ontvochtigen, verwarmen, koelen en filteren. Dat laatste is bedoeld om stofdeeltjes en gassen die eventueel vrijkomen bij kunstobjecten met chemicaliën (denk aan foto’s) uit de lucht te halen zodat ze geen andere objecten kunnen aantasten. Ook is het aantal bezoekers dat zwetend en ademend rondliep in relatie gebracht met de klimaatbeheersing.

Dat sommige musea huiverig waren om mee te werken, verbaast Martens niet. “Dat heeft te maken met de bruikleenverklaring. Wil een museum een kunststuk lenen van een collegamuseum, dan kan deze laatste eisen stellen aan de omstandigheden. Komt er door mijn onderzoek een ongunstig binnenklimaat naar boven, dan wordt het moeilijk om nog stukken te lenen.”

Hij heeft de deelnemers anonimiteit moeten beloven. Anderen, vooral de kleinere gemeentemusea, waren daarentegen enthousiast. Voor een kleine financiële bijdrage lag er een wetenschappelijk advies over het eigen klimaat in het verschiet. Welk risico loopt bijvoorbeeld een paneelschilderij op aantasting door schimmel wanneer het aan een bepaalde muur blijft hangen?

Martens heeft risicoprofielen opgesteld voor bepaalde typen schade bij bepaalde typen objecten. Zo is de kans op biologische, chemische en mechanische schade op paneelschilderijen, papier, houten beelden en gefineerde meubels genoteerd. Naar aanleiding hiervan zijn adviezen verstrekt.

150 jaar

Het is op zijn minst een opmerkelijke aanbeveling die Martens gaf aan een van de deelnemende musea: “laat geen speciale luchtbehandelinginstallatie ontwerpen. Jullie 150 jaar oude vitrines beschermen de collectie van boeken en prenten perfect. Meer is niet nodig.” En dat terwijl jarenlang gedacht werd dat behoud van museale objecten vooral verbeterd kon worden door het installeren van moderne klimaatbeheersapparatuur.

In 1990 is het zogenoemde Deltaplan van Hedy d’ Ancona, destijds minister van Cultuur, in werking gesteld. Veel geld, 275 miljoen gulden, werd vrijgemaakt om behoud en beheer van museale objecten te verbeteren. “Veel musea wisten door dit cultuurbeleid wel wat het doel was, maar niet welk middel het meest geschikt. Zij zochten hun oplossing deels in klimaatinstallaties. Het streven was het klimaat zo constant mogelijk te houden. Nog beter om slechts 1,5 % marge te hebben in de relatieve luchtvochtigheid dan 2 %.”

Voortschrijdend inzicht

Martens wil het geen deels weggegooid geld noemen, beter ‘voortschrijdend inzicht’. “We zien nu dat een klimaat dat niet voldoet aan strenge internationale richtlijnen vaak toch geen schaderisico oplevert. Bovendien komen er grote voordelen bij kijken. Mijn simulatiestudie toont aan dat wanneer je een museum ‘s zomers een paar graden warmer en ‘s winters een paar graden kouder houdt, je tot 25% energie kan besparen. Ook verminder je aantasting van de panden. In een gebouw met klimaatinstallatie zie je ook roosters, kanalen en leidingen. Deze doen afbreuk aan de monumentale waarde van een museum.”

De resultaten van dit onderzoek worden gedragen door de Erfgoedinspectie en het Instituut Collectie Nederland. “Het onderzoek heeft een nieuwe manier van aanpak gebracht die financieel gunstig en duurzaam uitpakt. We weten nu dat het niet per se noodzakelijk is het klimaat zo constant mogelijk te houden. Musea kunnen beter een methode van klimaatbeheersing kiezen die ook goed is voor het gebouw. Nog belangrijker dan het hebben van een klimaatinstallatie is wie er aan de knoppen draait. Kunstobjecten en/of gebouwen kunnen stuk gaan op het moment dat er verkeerde instellingen worden gedaan.”

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Cursor, weekblad van de TU/e.

Reageren via Facebook

Reacties

Over Norbine Schalij

Norbine Schalij is freelance journalist. Haar interessegebied is heel breed.
Ze schrijft verslagen van medisch tuchtrechtzaken voor het artsenvakblad MedNetMagazine. Voor studenten en medewerkers van de Technische Universiteit Eindhoven schrijft ze in Cursor, het weekblad van de TU/e.