Nederlandse Iggie-winnaar werkt aan kunstmatig evenwichtsorgaan /reageer

Nederlandse Iggie-winnaar werkt aan kunstmatig evenwichtsorgaan
  • door: Femke Kools
    over: natuurkunde, geneeskunde
    op: 25 oktober 2011
  • De eerste implantatie van een kunstmatig evenwichtsorgaan is een kwestie van jaren, zegt Ig Nobelprijswinnaar Herman Kingma

  • Onderzoek naar discuswerpers en kogelslingeraars draagt hieraan bij

Hij onderzocht waarom discuswerpers duizelig worden bij hun worp, en kogelslingeraars niet en won er de IG Nobelprijs voor Natuurkunde 2011 mee. Lachen. Maar Herman Kingma, specialist in evenwichtsstoornissen, hoopt binnen vier jaar het eerste kunstmatige evenwichtsorgaan te kunnen implanteren. Serious business.

Ze zitten in onze oren. Ze zorgen ervoor dat we scherp zien als we lopen. Ze zijn cruciaal voor ons evenwicht, zodat we niet vallen en ze vertellen ons bewustzijn waar we zijn in een ruimte. Evenwichtsorganen. Mensen bij wie ze allebei niet meer werken, zijn dusdanig gehandicapt dat ze soms besluiten een eind aan hun leven te maken.

Prof. dr. Herman Kingma probeert al bijna dertig jaar de diagnostiek en behandeling van evenwichtsstoornissen te verbeteren. Hij is een van dé evenwichtstoornis-specialisten (ofwel vestibulologen) in de wereld en reist de wereld over om zijn kennis te verspreiden. Een gesprek met de winnaar van de Ig Nobelprijs voor de Natuurkunde 2011.

Iggie

De Ig Nobelprijzen worden jaarlijks op Harvard University uitgereikt aan onderzoekers die mensen in eerste instantie aan het lachen maken, maar daarna aan het denken zetten. De naam komt van het Engelse woord ‘ignoble’, wat ‘verachtelijk’ of ‘laag’ betekent.

Het onderzoek waarmee Herman Kingma en zijn collega’s van de Universiteit van Nancy de Ig Nobelprijs voor Natuurkunde wonnen, draait om duizeligheid bij discuswerpers en kogelstoters. “Discuswerpers klagen na afloop van hun worp vaak over duizeligheid, maar kogelslingeraars niet, terwijl ze ongeveer dezelfde beweging maken. Wij raakten nieuwsgierig hoe het zit.”

Fixatiepunt

De onderzoekers filmden discuswerpers en kogelstoters en analyseerden die beelden heel nauwkeurig. Zo ontdekten ze dat discuswerpers heel even los van de grond komen bij het draaien. Bovendien houden ze de discus achter zich, waardoor ze hem tijdens het werpen niet kunnen zien. Kogelslingeraars houden juist continu contact met de grond als ze om hun as draaien én ze kunnen tijdens het tollen continu hun eigen handen zien. Zo hebben ze een visueel fixatiepunt en dat is weer nodig om niet duizelig te worden (net als ballerina’s en ijsdansers doen bij het maken van een pirouette).

Herman Kingma: “Het klinkt misschien als minder maatschappelijk relevant onderzoek, maar je wilt als onderzoeker gewoon begrijpen hoe het zit. We wilden weten of wij het evenwichtsorgaan goed genoeg kennen om dat verschil te kunnen verklaren. En dat bleek het geval. Het onderzoek leverde geen nieuwe kennis op, maar bevestigde wat we al wisten. Ook dat is in de wetenschap heel relevant.”

Het eerste e-mailbericht over de nominatie voor de Ig Nobelprijs vertrouwde hij niet helemaal. “Ik kende de prijs niet en dacht dat het spam was. Toen ik eenmaal gebeld was en hoorde hoe het zat, was ik er blij mee. Vooral eigenlijk omdat het een aanleiding is meer ruchtbaarheid te geven aan evenwichtsstoornissen en wat wij daar in Maastricht aan proberen bij te dragen. Onwetendheid is bij veel leken, maar ook zelfs KNO-artsen en neurologen, een groot probleem als het om evenwichtsorganen gaat.”

Dé expert

In bijna dertig jaar heeft Herman Kingma zich ontwikkeld tot een van de experts op het gebied van evenwichtsstoornissen in de wereld. In 1983 werd hij door het azM uitgenodigd om de Functieafdeling Evenwicht op te zetten en het onderzoek naar evenwichtsstoornissen te leiden.

Herman Kingma?

Prof. dr. Herman Kingma is hoogleraar Vestibulologie aan de Faculty of Health, Medicine and Life Sciences van de Universiteit Maastricht en daarnaast werkzaam als vestibuloloog en hoofd van de evenwichtsafdeling voor klinische diagnostiek binnen de afdeling KNO van het Maastricht Universitair Medisch Centrum+. Hij leidt binnen de vakgroep KNO van de UM het onderzoek naar evenwichtsstoornissen.

De gepromoveerde kwantum-biofysicus werd opgeleid tot klinisch fysicus - vestibuloloog en specialiseerde zich in het evenwichtsorgaan. “Het azM zag deze niche als een kans om zich te onderscheiden en dat is honderd procent gelukt. Op het gebied van evenwichtsdiagnostiek staan we in de wereldwijde top vijf.”

Hij is geen arts, maar ontvangt op de poli Keel-, Neus- en Oorziekten van het azM anderhalve dag per week patiënten met de ernstigste evenwichtsproblemen. Wekelijks melden zich bij hem drie nieuwe patiënten bij wie allebei de evenwichtsorganen niet meer werken (ofwel een bilaterale vestibulaire areflexie). Een kwart van de 65+ers kampt met een slecht functionerend evenwichtsorgaan, wat de belangrijkste valoorzaak is. Ongeveer één op de vijf mensen krijgt in zijn leven te maken met een periode van ongevaarlijke maar wel erg vervelende draaiduizeligheid (BPPD).