Nicotine-gen bepaalt gevoeligheid voor longkanker en verslaving
/1 reactie
-
door: Marc Roelofs over: biologie, geneeskunde, gezondheid, consumenten op: 9 april 2008 Een genetische variatie kan de kans op kanker met 81% verhogen
Dezelfde variatie veroorzaakt ook verhoogde ontvankelijkheid voor nicotineverslaving
In een grootschalig onderzoek is een genetische variatie ontdekt die van invloed is op zowel de kans op longkanker als de gevoeligheid voor nicotineverslaving bij rokers. Deze variatie zit waarschijnlijk in de genen voor nicotinereceptoren.
Longkanker
Elk jaar sterven wereldwijd meer dan een miljoen mensen aan longkanker. Dit maakt longkanker de dodelijkste vorm van kanker.
Elk jaar sterven wereldwijd meer dan een miljoen mensen aan longkanker. Dit maakt longkanker de dodelijkste vorm van kanker. Vaak wordt aangenomen dat longkanker vooral veroorzaakt wordt door externe factoren, met name het roken van sigaretten.
Er worden echter steeds meer aanwijzingen gevonden dat de kans op longkanker ook voor een deel erfelijk bepaald is. Drie verschillende onderzoeken hebben onafhankelijk van elkaar een veel voorkomende genetische variatie gevonden die de kans op longkanker bij rokers sterk kan verhogen.
Genetische variatie
Drie teams van wetenschappers uit Frankrijk, IJsland en Texas publiceerden hun resultaten vorige week in de vooraanstaande wetenschappelijke tijdschriften Nature (pagina 633 en pagina 638) en Nature Genetics.
In alle drie de onderzoeken werd DNA van longkankerpatiënten vergeleken met DNA van gezonde individuen. Hierbij ontdekten alledrie de onderzoeksgroepen een genetische variatie, die vooral voorkomt bij longkankerpatiënten.
Verhoogd risico
Deze genetische variatie komt bij ongeveer 50 procent van de bevolking voor en verhoogt het risico op longkanker bij rokers met 28 procent. Bij rokers die twee kopieën van deze variatie geërfd hebben, wordt de kans op longkanker zelfs met 81 procent verhoogd. De onderzoekers zijn het er nog niet over eens of niet-rokers met deze genvariatie ook meer risico lopen. Ook hebben de onderzoeksteams verschillende verklaringen gevonden voor het oorzaak van het verhoogde risico.
Tumoren
De Franse en de Texaanse onderzoekers concluderen dat de genvariatie lichaamscellen gevoeliger maakt voor longkanker. De variatie bevindt zich in hetzelfde deel van het menselijk DNA als de genen voor nicotinereceptoren.
Hoewel nicotine niet direct kankerverwekkend is (andere bestanddelen in sigarettenrook zijn veel gevaarlijker), kan het er wel voor zorgen dat bestaande tumoren agressiever worden en sneller gaan groeien. Een variatie in het gen van een nicotinereceptor kan cellen gevoeliger maken voor nicotine en zo de kans op longkanker verhogen.
Verslavingsgevoeligheid
De groep uit IJsland komt echter met nog een andere conclusie. Nicotinereceptoren zorgen ervoor dat onze hersenen reageren op nicotine en vormen daarmee de basis van nicotineverslaving. Volgens de IJslandse wetenschappers veroorzaakt de genetische variatie een verandering in de nicotinereceptoren waardoor mensen gevoeliger worden voor verslaving. De onderzochte individuen met twee kopieën van de variatie waren inderdaad zwaarder verslaafd en rookten per dag meer sigaretten dan anderen.
Dubbel risico
Bij minder dan 1 procent van alle niet-rokers wordt ooit longkanker vastgesteld
Rokers met deze genetische variatie lopen dus dubbel risico. Doordat hun cellen gevoeliger zijn voor nicotine, hebben ze een verhoogd risico op longkanker maar tegelijkertijd is het door de sterkere verslaving moeilijker om te stoppen met roken.
Medicijnen
Hoewel met deze drie onderzoeken een erfelijke aanleg voor longkanker aangetoond wordt, is niet roken nog altijd de beste manier om deze dodelijke ziekte te voorkomen. Bij minder dan 1 procent van alle niet-rokers wordt ooit longkanker vastgesteld.
De wetenschappers willen de resultaten gebruiken om nieuwe medicijnen en behandelingen te ontwikkelen tegen longkanker, wellicht gericht op de nicotinereceptor.
Reageren via Facebook