Tweet

Niets meer te verbergen, dankzij emo-technologie /1 reactie

Affectiva, een vorig jaar opgerichtte spinoff van MIT, is bezig met het vercommercialiseren van research op het gebied van affective computing. De onderzoekers, onder leiding van professor Rosaling Picard, houden zich bezig met het herkennen van emoties die normaal verborgen blijven.

Het onderzoek richt zich op doelgroepen die moeite hebben met het oppikken van signalen en het uiten van emoties, zoals autistische kinderen. Voor het meten van onbewuste signalen heeft Affectiva onder meer de Q Sensor Pod (zie afbeelding) ontwikkeld.

Hoe het werkt? Alle onbewuste lichaamsfuncties worden gestuurd door het zogeheten autonome zenuwstelsel, dat twee vertakkingen heeft: het sympatische zenuwstelsel en het enterische zenuwstelsel. Het eerste zorgt ervoor dat een mens inspanningen kan verrichten, op scherp komt te staan (vechten en vluchten-functie), de tweede zorgt ervoor dat de mens tot onspanning kan komen (rusten en spijsverteren).

Reclametoepassing

In de huid zitten alleen zenuwen van de eerste soort, wat het ideaal maakt om zenuwsignalen op te pikken. Als een mens zich inspant, moet de electriciteit ergens naar buiten. De huid wordt vochtiger, waardoor de electrische weerstand afneemt en het lichaam kan ontladen. Het sensorapparaatje van Affectiva kan die wisselingen in electrische weerstand oppikken.

Het aardige aan de toepassing is dat het niet alleen voor therapeutische doeleinden kan worden gebruikt, maar ook voor marktonderzoekers. Bijvoorbeeld in de reclamewereld, om te testen op welk moment in een filmpje de persoon het meest opgewonden is en wanneer de piek van inspanning voorbij is. Door precies op de piek de belangrijkste boodschap te plaatsen, kan mogelijk de effectiviteit van een reclame worden verhoogd.

Voor het signaleren van gezichtsuitdrukkingen - bijvoorbeeld fronsen van de wenkbrauwen als iemand boos is of het tuiten van de lippen - heeft Affectiva een camera en herkenningssoftware ontwikkeld. Al in de jaren zeventig typeerde een Amerikaanse wetenschapper bepaalde basisemoties die mensen ‘onvrijwillig’ uiten.

De Q-sensor uitgelegd:

Tool voor webretailers

Picard en haar onderzoekers hebben die deels verfijnd om gezichtsuitingen uit af te kunnen leiden: denken, instemmen, concentreren, interesseren, verbazen, agitatie. De camera focust zich op 24 punten op het gezicht en registreert de bewegen, hoe vaak ze voorkomen en hoelang. De software analysteert de patronen en houdt ze tegen een databank van uitdrukkingen aan.

Inmiddels heeft Affectiva er al een heel leuk speeltje van gemaakt: de Affdex (zie afbeelding). Deze applicatie werkt via de webcamera vanaf iedere laptop of pc. Een erg nuttige tool voor webretailers, claimt het bedrijf. Die kunnen bijvoorbeeld hun klanten verzoeken of ze willen meewerken met een klantonderzoek en de webcam aanzetten terwijl ze hun aankoop doen. Waar wordt de klant blij van, wat werkt afstotend en waardoor blijft die bij de les?

Ook zegt Affectiva toepassingen te zien in de gamingindustrie en de marketing. Er hebben al een trials plaatsgevonden tijdens het Cannes film festival en op de site van Forbes. Dat Amerika altijd voorop loopt, gaat in dit geval trouwens niet helemaal op. Meerdere onderzoekers zijn bezig om vergelijkbare technieken op de markt te brengen, waaronder de Amsterdamse startup ThirdSight, waar we op SYNC al eerder over schreven.

Bekijk voor meer info ook Picards TED-talk: