Nieuw leven uit de DNA-fabriek; deel II
/reageer
-
door: Arno Schrauwers over: biotech, genetica, businesstrends, medisch op: 5 juni 2009 Geneart is de grootste bouwer van nieuw genen in de wereld.
Het Duitse bedrijf verwacht in 2009 een winst van 19 miljoen euro te halen.
In het Duitse Regensburg bouwt Geneart voor klanten stukjes DNA, bijna ter grootte van een gen. Die verkoopt het bedrijf als bouwstenen voor nieuw leven. In deel II van een reportage antwoord op de vraag: kan DNA op den duur in de fabriek worden gemaakt?
Geneart-onderzoeker Frank Notka gelooft niet dat het in de toekomst heel veel eenvoudiger zal worden om in het laboratorium bouwstenen van het leven te maken, laat staan leven zelf. “Die chemische techniek is al relatief oud, zo’n 15, 20 jaar, en bestaat uit een taai repeterend proces van reageren en nabehandelen. Maar voor een een simpele DNA-bouwsteen, een oligonucleotide, van 40 baseparen ben je zo’n 24 uur kwijt. Ga je verder dan introduceer je steeds meer fouten. Chemische processen zijn ook veel duurder dan de ‘klassieke’ microbiologische. De E-coli-bacterie daarentegen doet precies wat je wilt.”
Levensvormen
Waarom dan nog chemisch en niet van meet af aan met E-coli’s gewerkt? Notka: “E-coli’s maken alleen wat ze aangereikt wordt. De bacterie heeft een mal nodig om die af te kunnen lezen. Die mal moet er zijn en daarom maken we eerst chemisch stukjes en verbinden die vervolgens tot langere sequenties die de E-coli’s daarna weer aanmaken en vermeerderen.”
De afnemers van Geneart zijn farmaceutische bedrijven, biotechbedrijven en onderzoeksinstituten
Combineren
Is niet het grote voordeel van de scheikundige benadering dat je ook niet-natuurlijk nucleotiden kan inbouwen? Dat is volgens Notka wel mogelijk, maar uiteindelijk zal zo’n levensvorm toch in een natuurlijk systeem moeten werken en dat stelt beperkingen aan je systeem. “Je kunt de natuur natuurlijk stukje bij beetje naar je hand zetten, maar ik denk dat geheel synthetische systemen nog zeker 40, 50 jaar weg zijn. Er wordt gewerkt aan systemen die aminozuren maken, maar ik vraag me af of die totaal synthetische systemen nog leven zijn. Zo’n artificieel systeem kan niet bestaan in een natuurlijk systeem. Er worden geen nieuwe systemen uitgevonden. Wat men op het ogenblik doet is dingen combineren. Bijvoorbeeld bij het project van Venter, om Mycoplasma g.-bacteriën waterstof te laten produceren, wordt voortgebouwd op bestaande natuurlijke systemen en daarbij is het verreweg het gemakkelijkst om micro-organismen te gebruiken. Die ontwikkelen zich snel. Een E-coli-bacterie, bijvoorbeeld, deelt zich elke 20 minuten en die leveren ook snel veel biomassa.”