Nieuw leven uit de DNA-fabriek; deel III
/reageer
-
door: Arno Schrauwers over: biotech, genetica, businesstrends, medisch op: 7 juni 2009 Geneart is de grootste bouwer van nieuw genen in de wereld.
Het Duitse bedrijf verwacht in 2009 een winst van 19 miljoen euro te halen.
In het Duitse Regensburg bouwt Geneart voor klanten stukjes DNA, bijna ter grootte van een gen. Die verkoopt het bedrijf als bouwstenen voor nieuw leven. In deel III van een reportage antwoord op de vraag: zal het eens nog zo ver komen dat we met DNA-ontwerp de mens kunnen verbeteren?
Medicijnen maken
In Regensburg houden ze zich bezig met synthetische biologie, om micro-organismen medicijnen te laten maken. Het nieuwe procédé voor het via micro-organismen fabriceren van het malariamedicijn artemisine is daar een voorbeeld van, al is dat geen nieuw medicijn. Dat wordt nu uit een plant (zomeralsem of Artemisia annua) gewonnen.
“Dat doen we al 20 jaar,” antwoordt Geneart-onderzoeker Frank Notka. “Daar gebruiken we de virale technieken voor, waarbij je soms wil dat die genen in het menselijke genoom worden ingebouwd en soms juist niet.” Wat onderzoekers via de gentherapie proberen te doen is het lichaam eiwitten te laten produceren die op de een of andere wijze geblokkeerd zijn. Er worden op zeer veel plaatsen sensoren ontwikkeld om logische functies te verknopen en uit te voeren, bijvoorbeeld om bij cellen die kanker ontwikkelen apoptose, geprogrammeerde celdood, te bewerkstelligen.
Notka: “Je kunt schakelbare ‘modulen’ inbouwen om cellen te kleuren met als doel bepaalde regelgenen af en aan te schakelen. Targeting, het doelgericht veranderen van genen, is een belangrijk instrument. Het nieuwe aan de technologie is dat je de mogelijkheid hebt nieuwe functionaliteiten in te bouwen. De designerwerking. Dat is niet alleen synthetische biologie, daar heb je veel meer voor nodig.”
Inmiddels is Geneart-baas en hoogleraar aan de universiteit Ralf Wagner aangeschoven. Zonder onaardig te zijn, integendeel zelfs, neemt hij het gesprek van Notka over. “Wat Venter doet is zeer ambitieus, maar wat doet hij eigenlijk: hij haalt er wat uit en stopt er wat anders in. Hou me te goede: ik wil niet kleineren wat hij doet, maar zo heel bijzonder is dat nu ook weer niet. Stel je voor: je hebt een gereedschapskist met zo’n 300 000 genen er in. Daar combineer je er 20 000 van en dan heb je nieuw leven. Over dat soort dingen praten we. Ik denk dat compleet nieuw leven een utopie is.”
“Wat Venter doet is zo heel bijzonder ook weer niet”
Kunstmatig leven
Maar het is toch voorstelbaar dat er een ander dan het huidige DNA/RNA-systeem bestaat?
Voorstelbaar is dat volgens Wagner wel, maar we zijn volgens de hoogleraar gebonden aan de grenzen die de natuur ons stelt. “Je hebt cellen met hun organellen. Wij werken met gereedschappen uit de natuur. Je kunt natuurlijk teruggaan naar, wat gedacht wordt, de vroegste levensvormen met lipiden, eiwitten of zelfs prionen. Je kunt je dan de vraag stellen of prionen leven, maar ze repliceren zich en je kunt het de simpelste vorm van leven noemen.”
Notka protesteert: “Maar dat heeft toch helemaal niks met synthetische biologie te maken, althans niet met de definities die wij hanteren.” Die definities zijn natuurlijk onontbeerlijk in de wetenschap, maar zijn voor de discussie over de mogelijkheden van knutselen aan leven, of we dat nou synthetische biologie noemen of niet, toch helemaal niet van belang? Praktisch zou je toch wel degelijk kunnen stellen dat synthetische biologie ook de uiterste consequentie van het sleutelen aan levende systemen in zich bergt: het creëren van volledig kunstmatig leven, dat niet noodzakelijkerwijs binnen de spelregels vallen van wat door wetenschappers als SB beschouwen.