Op zoek naar de vonk van creativiteit in het brein
/reageer
-
door: Ewald Smits over: biologie, management, strategie op: 17 februari 2011 Wat maakt mensen nou eigenlijk creatief?
Neurowetenschappers ontdekken steeds meer, maar een sluitend antwoord is er nog niet
Wat maakt mensen creatief? Waar komen die plotselinge oprispingen toch vandaan? Neurowetenschappers krijgen er steeds meer vat op.
Vind een woord dat je kunt plaatsen vóór de woorden geheim, employee en stel. Wat er vervolgens precies in het brein afspeelt om tot de oplossing te komen (”bank!”), is niet gemakkelijk te traceren. Het onverklaarbare spel van neurale signalen die leiden tot het verlossende woord, is nog door niemand echt goed in kaart gebracht.
De puzzel is in de wetenschap het meest gebruikte instrument om uit te vinden hoe het brein tot creatieve oplossingen komt. En de bevindingen groeien. Een recente Amerikaanse studie van de Northwestern University wijst uit dat humor een belangrijke trigger is om tot creatieve oplossingen te komen.
Comedy kijken
Studenten die eerst een comedy bekijken en vervolgens een woordpuzzel krijgen voorgelegd, scoren vele malen beter dan de studenten die geen comedy bekijken. ‘Wat we denken dat er gebeurt’, zegt onderzoeker Mark Beeman tegen de NewYork Times, ‘is dat humor voor de hersenen de drempel verlaagt om zwakkere of minder voor de hand liggende verbanden toe te laten.’
Oplossend vermogen lijkt in ieder geval niet puur dopamine-gedreven, het stofje in de hersenen dat zo’n grote rol speelt bij het ervaren van genot, blijdschap en welzijn. Het doen van een puzzel verandert het brein in een prettige speelplaats van open gedachten; ze vormen een ontsnapping aan de waan van alledag.
En juist de zoektocht naar de oplossing maakt het spannend, in ieder geval zo lang de geruststellende gedachte er is dat het vraagstuk oplosbaar is. ‘Het is verbeelden, raden, gevolg trekken’, zegt Marcel Danesi. ‘Jij mag orde in de chaos scheppen.’
Kaars aan de muur
Klassiek is het kaars-experiment van de Duitse psycholoog Karl Duncker, in de jaren dertig van de vorige eeuw. Hij presenteerde een groep proefpersonen een kaars, een doosje punaises en een doosje lucifers. De opdracht luidde: bevestig de kaars brandend tegen de muur zonder extra materialen te gebruiken.
Slechts een kwart van de proefpersonen (onder wie MBA-geschoolden) kwam op het idee om het doosje punaises leeg te gooien, het doosje met een punaise in de wand te prikken en de kaars daarin te zetten. Het merendeel probeerde de onderkant van de kaars te smelten en ‘m vervolgens tegen de muur te plakken. Slim misschien, maar nauwelijks gestoeld op analyse.
Analyse lijkt dus net zo’n een belangrijke rol te spelen als anders (of beter: out-of-the-box) denken. ‘Je ontkomt niet aan deze twee componenten. De grote vraag is: welke is belangrijker?’
Reacties
- Er zijn nog geen reacties.
- Reageer zelf
Reageren via Facebook