Suiker Unie verwarmt straks kassen
/reageer
-
door: Tseard Zoethout over: chemie, energie, duurzaam, businesstrends op: 11 augustus 2011 Agro & Food Cluster Nieuw Prinsenland: een industriële symbiose op voor Nederland ongekende schaalgrootte.
Voor Suiker Unie is het de basis voor een bio-based economy.
Op een bijna 400 hectare groot Agro & Food Cluster in West-Brabant gaan agro-, tuinbouw- en levensmiddelenbedrijven warmte, water, CO2 en agrarische reststromen met elkaar uitwisselen.
Op details de zaken wellicht anders aanpakken, de puntjes op de i zetten en de financiering rondbreien. Daarna kunnen Suiker Unie en TOM Brabant aan de slag met AFC Nieuw Prinsenland bij Dinteloord.
Het AFC (Agro & Food Cluster) Nieuw Prinsenland wordt binnenkort een prachtvoorbeeld van industriële symbiose zoals we dat, op deze schaalgrootte, nog maar nauwelijks in Nederland kennen. Andere bedrijfsterreinen nemen al snel de term ‘duurzaam’ in de mond voor zoiets eenvoudigs als gezamenlijk inkoop van energie of water. Suiker Unie, TOM (Tuinbouwontwikkelingsmaatschappij) Brabant en BreedofBuilds, een ingenieursbureau annex investeringsmaatschappij, gaan aanzienlijk verder.
Alle belangrijke kenmerken van industriële symbiose zijn namelijk in het AFC Nieuw Prinsenland terug te vinden; van het sluitend maken van de grondstofkringlopen en het verhogen van de grondstofproductiviteit tot het verkleinen van fysieke verliezen en het tegengaan van industriële obesitas (ook wel ‘decarbonisatie’ genoemd).
Gematigd positief
Nu is de totstandkoming van AFC Nieuw Prinsenland niet bepaald van een leien dakje gegaan. Voordat de bestuurs- en exploitatieovereenkomsten medio vorig jaar werden getekend en het provinciale bestemmingsplan in oktober in werking trad, is er bijna tien jaar lang water door het riviertje de Dintel gestroomd, zonder dat er iets gerealiseerd kon worden. Jarenlang heeft een groot deel van de lokale bevolking, daarin gesteund door Milieudefensie Brabant en verenigd in Stichtingen als ‘Glashard Nee en ‘Behoud Open Polders’, tegen de bierkaai gestreden.
Maar de oude Prinsenlandse polder, genoemd naar prins Philips Willem van Oranje, oudste zoon van Willem de Zwijger die in 1605 achttien kilometer van het gors (veen) tussen de riviertjes de Vliet en Dintel liet bedijken, moet nu wijken voor duurzame economische ontwikkeling van de streek. De bevolking in dit deel van Brabant staat gematigd positief tegenover de plannen. Onderzoek van studenten van de hogeschool HAS te Den Bosch heeft medio maart 2011 uitgewezen dat bijna de helft van de plaatselijke bevolking vóór het AFC is. Circa een-derde is tegen en ruim twintig procent onbepaald. Hoewel er nog drie beroepen bij de Raad van State lopen, verwachten betrokkenen dat het project alleen op onderdelen zal worden bijgesteld.
Suikerfabriek speelt belangrijke rol
Maar wat houdt het AFC Nieuw Prinsenland nu precies in? Wel, in de driehoek tussen ruwweg Dinteloord, Stampersgat en Heijningen – het noordoostelijke deel van de Oude Prinsenlandse polder en de Willemspolder – zal meer dan driehonderd hectare nieuwe glastuinbouw komen (220 hectare glasoppervlak). Daarnaast is er ruimte voor 70 hectare nieuw bedrijfsterrein (50 hectare netto) en 45 hectare herontwikkeld eigen terrein voor de al bestaande fabriek van Suiker Unie in Stampersgat.
Die agro-bedrijven zijn van plan om, als het winstgevend is, warmte, water en CO2 van elkaar te gaan betrekken. De bestaande suikerfabriek van Suiker Unie speelt daarin een belangrijke rol als realisator en aanjager: op dit moment wordt er een biomassavergistingsinstallatie voor 100.000 kilo bietenresten, aangevuld met andere biomassareststromen, neergezet die vanaf eind dit jaar al tien miljoen kuub biogas aan het regionale net gaat leveren.
De Brabantse Tuinbouwontwikkelingsmaatschappij – kortweg TOM - is een van de initiatiefnemers van het project en verantwoordelijk voor realisatie en invulling van de 220 hectare netto glastuinbouw. Volgens Piet Janmaat, directeur van TOM, is er lang en breed nagedacht over de juiste invulling van het project. Immers, niet alle bedrijven komen in aanmerking om zich op het terrein te vestigen, ze moeten wel tot de agro- en levensmiddelensector behoren of daaraan gelieerd zijn.
“Alleen als ze over vergelijkbare stromen, grondstoffen en processen beschikken”, licht Janmaat het concept toe, “liggen er kansen om winstgevende industriële symbiose en samenwerking toe te passen, anders lukt het niet. Zo kan de circa één miljoen kuub proceswater – dat Suiker Unie voordien gezuiverd op de Dintel loosde – straks voor een deel naar de tuinders, als aanvulling op hun regenwater. Op het bedrijventerrein willen we verder ondernemingen aantrekken die reststromen van Suiker Unie tot veevoer, kunstmest of zoetstoffen verwerken.”
Grondstofkringloop
De kern van het restwarmtedeel van het project wordt gevormd door overtollige warmte van de suikerfabriek dat nu nog via koeltorens in de lucht verdwijnt maar straks naar de aangesloten glastuinders gaat. Volgens berekeningen zou met die laagwaardige restwarmte – met een temperatuur van 55 graden Celsius – meer dan 200 hectare kassen in het AFC NP kunnen worden verwarmd.
“We mikken voorlopig op tachtig hectare en maken een eerste stap van veertig hectare”, zegt Paul Hagens, manager AFC Nieuw Prinsenland bij Suiker Unie. “Dat is in eerste instantie ingegeven door de glastuinbouwmarkt maar de suikerfabriek wil zelf ook rek houden en zich contractueel niet vast laten zetten. Suiker Unie is met haar fabriek overigens zelf nog steeds hard bezig om het ontstaan van restwarmte te voorkomen.”