Voetballers spelen thuis beter - of toch niet?
/1 reactie
-
door: Marjon Vinck over: biologie, gezondheid, psychologie, sociologie op: 25 maart 2008 De wetenschap zoekt naar objectieve verklaringen voor het thuisvoordeel.
Wat is die verklaring en bestaat het thuisvoordeel wel?
Iedereen die het voetbal een beetje volgt, weet dat er een verschil kan zijn tussen een wedstrijd die in het eigen stadion wordt gespeeld, of juist niet. Twee Engelse onderzoekers vonden een aanwijzing dat dat inderdaad zo is, twee Duitse wetenschappers vonden het tegendeel. Wat wordt het, kop of munt?
Return
Iedereen dacht dat SC Heerenveen afgelopen jaar met één been in de volgende ronde van de UEFA-cup stond, omdat ze thuis met maar liefst 5-3 van FC Helsingborg hadden gewonnen. Wat schetste echter ieders verbazing? De Zweden wisten in de return met 5-1 te winnen, waardoor het uiteindelijk 8-6 werd en niet Heerenveen maar zij door waren naar de volgende ronde. Een typisch geval van ‘thuisvoordeel’, zou je denken.
Dit fenomeen speelt zich niet alleen in het voetbal af, maar is daar wel het meest waarneembaar. Wetenschappers waren dan ook benieuwd naar wat er precies voor zorgt dat spelers boven hun eigen niveau uitstijgen als zij in eigen stadion spelen.
Monster
Sandy Wolfson en Nick Neave (Northumbria University, Newcastle) zijn twee van die wetenschappers. Als uitgangspunt kozen ze een onderzoeksgebied dat van tevoren nauwelijks aandacht kreeg in de theorieën over het thuisvoordeel: het testosterongehalte van spelers. Hiertoe namen zij bij een jeugdteam van een club uit de Engelse Premier League een uur voor trainingen, thuis- en uitwedstrijden - in totaal zeven keer - een speekselmonster af, dat later gecontroleerd werd op een al dan niet aanwezige stijging van het testosterongehalte.
Testosteron
Testosteron is een geslachtshormoon dat vooral wordt geproduceerd bij mannen. Het hormoon heeft met name een functie op seksueel gebied. Tijdens de puberteit zorgt het ervoor dat het lichaam van de man verandert en na de puberteit houdt dit hormoon het libido van de man in stand. Bij de vrouw zorgt het onder meer voor de groei van het schaamhaar.
Testosteron heeft naast deze werking ook twee andere. Doordat het hormoon agressiviteit en dominantie verhoogt en spiermassa sneller opbouwt, wordt het in de sport vaak gebruikt om beter te kunnen presteren. Het middel testosteron staat dan ook al geruime tijd op de internationale dopinglijst van het World Anti-Doping Agency.
Uit dat onderzoek bleek dat bij de trainingen en de uitwedstrijden het testosterongehalte op een gemiddeld niveau lag, terwijl het bij de thuiswedstrijden aanzienlijk gestegen was. Ging het daarbij om een ploeg die over het algemeen als beter werd gezien, dan steeg het niveau zelfs met 67 procent, terwijl het normale stijgingspercentage ’slechts’ 40 procent betrof.
Territorium
Wolfson en Neave denken dat er een link te maken valt met de dierenwereld. “Wij weten dat er een verband is tussen testosteron aan de ene kant en agressie dan wel dominantie aan de andere kant,” verklaart Neave in New Scientist. De onderzoekers denken dan ook dat de stijging te maken heeft met het feit dat voetballers zich in feite gedragen als beesten, doordat zij het gevoel hebben hun eigen territorium te moeten verdedigen.
Hun onderzoek wees uit dat dit aspect nog het beste naar voren kwam bij de keepers: vlak voor de trainingen hadden ze het laagste testosterongehalte van alle spelers, terwijl zij bij de thuiswedstrijden het hoogste gehalte hadden.
Ook bij de verdedigers was de stijging hoger dan bij de middenvelders en aanvallers. Wolfson denkt dat dit te maken heeft met een verhoogd gevoel van verantwoordelijkheid - keepers en verdedigers hebben namelijk de taak om zoveel mogelijk doelpunten te voorkomen, dan wel aanvallen in de kiem te smoren.
Eigen stadion
Ondanks hun ontdekking erkennen Wolfson en Neave dat de - door hen aangenomen - verdedigingsdrang niet de enige belangrijke factor is bij het ontstaan van thuisvoordeel. Een combinatie van andere factoren speelt namelijk ook een rol bij de opleving van de testosteronwaarden - zoals steun van het thuispubliek, de al dan niet aanwezige vooringenomenheid van de scheidsrechter en de verbondenheid met het eigen stadion en veld.
Opmerkelijk was echter, volgens beide onderzoekers, dat de onderdelen afzonderlijk niet zouden leiden tot een merkbaar verschil in de mate van het thuisvoordeel.