Vraag geld voor je persoonlijke gegevens op internet /reageer

Vraag geld voor je persoonlijke gegevens op internet
  • door: Enith Vlooswijk
    over: internet, privacy, computer
    op: 30 mei 2012
  • Onze persoonlijke gegevens zijn op internet goud geld waard - alleen zien we daar zelf niets van terug.

  • Sarah Spiekermann pleit voor een systeem waarbij we zelf kunnen onderhandelen over het gebruik van onze data.

Waarom vragen we als internetgebruiker eigenlijk geen geld voor de persoonlijke gegevens die we overal moeten achterlaten? Ze zijn voor bedrijven tenslotte veel waard.

Natúúrlijk vinden we onze privacy belangrijk. Goed, dat het daarmee op internet belabberd gesteld is, dat weten we nu onderhand wel. Waarom we dan toch zo kwistig met onze persoonlijke gegevens rondstrooien op Facebook, LinkedIn, Twitter, Spotify? Eh, tja…

Voor Sarah Spiekermann, onderzoekster aan de universiteit van Wenen is het antwoord duidelijk: “Mensen willen gewoon communiceren. Zo simpel is het. Veel gratis internetdiensten zijn alleen beschikbaar als je je persoonlijke data invoert, dus doe je het.”

Lievelingskleur is geld waard

Die persoonlijke data vormen de basis van de interneteconomie. Kennis over ons geslacht, onze opleiding, onze woonplaats en onze lievelingskleur is geld waard; op grond van die informatie worden we immers bekogeld met op maat gesneden advertenties.

Gebruikers zelf zien daar niets van terug. Dat vinden ze ook niet erg, aangezien ze zelf nog geen stuiver zouden neertellen voor hun foto’s, hun discussies en hun Likes. Dat blijkt uit een nog niet gepubliceerd onderzoek van Sarah Spiekermann onder 1.550 Facebookgebruikers(1).

Ze moesten reageren op de volgende vraag:

Stel, dat Mark Zuckerberg morgen zou besluiten alle Facebookaccounts te sluiten. Alle persoonlijke gegevens gaan verloren. Wie dat jammer vindt, kan zijn data downloaden. Wat bent u bereid hiervoor te betalen? Zestig procent van de gebruikers antwoordde: niets.

Waardeloze troep

“De meeste mensen beschouwen hun eigen foto’s en discussies als waardeloze troep”, zegt Spiekermann. “Dat is ook een reden waarom ze zich geen zorgen maken om hun privacy. Wie wil die gegevens nu hebben?”

Een deel van de gebruikers kreeg de vraag net wat anders voorgelegd. Stel, dat uw account wordt verkocht aan een ander bedrijf. En u heeft daar zelf geen zeggenschap over. Wat bent u bereid te betalen om dit te voorkomen? Plotseling werd de bereidheid tot betalen groter: zestig procent van de respondenten gaf aan te willen betalen, gemiddeld zo’n 54 euro per account. Dat is veel, vindt Spiekermann.

“Er zijn veel redenen om niet te willen betalen, bijvoorbeeld omdat mensen op hun desktop kopieën hebben van de foto’s in Facebook. Of omdat omdat ze zelf vooral naar andermans data kijken. Dus dat het percentage plotseling met 20 procent daalt, alleen maar omdat je een klein beetje informatie verandert, dat is echt veel.”

Een nogal onnozele reactie van die Facebookgebruikers: iedereen weet toch dat onze data worden verkocht aan adverteerders? “Nee”, zegt Spiekermann, “de meerderheid van internetgebruikers weet echt niet dat persoonlijke data gebruikt worden en dat er een grote markt voor is. Juist doordat ze dat niet weten, is de bereidheid tot het achterlaten van informatie zo groot.”

Vechten om speelgoed

Een peuter kan volledig ongeïnteresseerd zijn in een pop; zodra hij ziet dat een ander kind de pop wil pakken, is hij plotseling bereid ervoor te vechten. Dat is de essentie van psychologisch eigendom, het mechanisme dat het gedrag van de Facebookgebruikers volgens Spiekermann verklaart.

De onderzoekster pleit daarom voor een nieuw systeem, waarbij persoonlijke gegevens verhandelbaar eigendom worden. Ons bewustzijn van persoonlijk eigendom is namelijk veel dieper in onze cultuur verankerd, dan dat van privacy.

“In de toekomst zou er een systeem kunnen komen waarbij we met een internetbedrijf kunnen onderhandelen over de voorwaarden”, legt Spiekermann uit. “Dat je bijvoorbeeld je data wel achterlaat, maar betaalt opdat Facebook die data niet gebruikt, en dat er geen reclame op je account verschijnt.”

Verhandelt Facebook achter je rug om toch je gegevens, dan geldt dat als een schending van eigendomsrechten.

Belangen bedrijfsleven

Volgens Spiekermann hebben ook bedrijven die op internet opereren baat bij zo’n systeem. Zij investeren momenteel veel in juridische bijstand omdat ze vaak opereren op de grens van wat legaal mogelijk is. Als ze onvoorzien over de schreef gaan, riskeren ze geldboetes en imagoschade.

“Bedrijven hebben baat bij duidelijkheid. Neem de cookie-wetgeving die nu van kracht wordt in Europa. Data warehouses die geïnvesteerd hebben in een bepaald cookie systeem, kunnen door deze wet worden ingehaald. Dan zijn alle investeringen voor niks geweest.”

De verdediging van de platenmaatschappijen

Iets ontastbaars veranderen in verhandelbaar eigendom, dat kennen we natuurlijk al: zie het getouwtrek rondom intellectuele eigendomsrechten. Dat systeem werkt echter niet bepaald probleemloos. Spiekermann is minder sceptisch.

“Uitgeverijen en platenmaatschappijen verdedigen hun rechten heel sterk. Ze hebben erg veel legale en technologische middelen ter beschikking om hun rechten af te dwingen. Dan zeg ik, bedrijven, als jullie je digitale goederen niet gratis willen verspreiden, waarom moeten onze persoonlijke data dan wel gratis zijn? Als consumenten kunnen we zeggen dat we iets aanbieden, maar niet gratis.”

Bestuurdersstoel

Spiekermann’s lanceerde haar ideeën begin april tijdens een symposium van het juist geopende Privacy & Identity Lab in Tilburg. Ze kreeg veel enthousiaste, nieuwsgierige en opgewonden reacties van de privacy-experts in de zaal.

“Een week eerder gebeurde hetzelfde in Berlijn na een lezing van tien minuten”, vertelt de professor. “Dat is me met andere onderwerpen nooit overkomen, blijkbaar is het een hot item. Ik denk dat het tijd is om mensen terug te zetten in de bestuurdersstoel. Een manier om dat te doen is te erkennen dat zij de eigenaars zijn van hun persoonlijke data. Het is van hen!”

1. De onderzoekspopulatie was niet erg representatief. De deelnemers aan de enquête waren lezers van futurezone.at, een Oostenrijkse nieuwssite over technologie. Zestig procent van hen was man.

Ook interessant:

Wat nou privacy? Een serie in drie delen
Wat te doen met de groeiende databerg
De opvolger van de cloud: big data

Reageren via Facebook

Reacties

Over Enith Vlooswijk

Enith Vlooswijk is freelance wetenschapsjournaliste. Haar bedrijf heet AllesZins Journalistiek & Tekst. Ze maakt bovendien muzikale theatervoorstellingen met Kindertheater Vanillewijs.