Wat nou privacy? (deel 1) /reageer

Wat nou privacy? (deel 1)

“Ik heb helemaal geen bronskleurige BMW. Ik wil geen bronskleurige BMW. Ik ken niemand met een bronskleurige BMW en als ik iemand met een bronskleurige BMW zou kennen, dan zou ik hem niet willen kennen. Een bronskleurige BMW hoort niet. Het mag niet. Klaar Einde gesprek. Mensen die ik ken rijden niet in bronskleurige BMW’s. Er zijn grenzen, dus het kan niet.”

Michael Bellicher, de antiheld van thrillerschrijver Charles den Tex, is opgepakt omdat hij in Monster in het Westland door het rode licht zou zijn gereden, waarbij hij iemand had aangereden en was verdwenen. Iemand had de identiteit van Bellicher, een keurige organisatieadviseur, gestolen. Later werd de antiheld nog eens opgezadeld met een armzalige kwekerij in het Westland waar hij veel te veel voor moest betalen en werd hij opgepakt en gemarteld door keurige Nederlandse militairen.

“Dat is allemaal echt. Dat is niet verzonnen”, zei Charles den Tex in het programma Zembla in 2008 over dit onderwerp. “Steeds meer bedrijven en overheden vragen steeds vaker steeds meer informatie, maar ik zie niet wat er vervolgens met die gegevens wordt gedaan.”

Ik heb toch niks te verbergen?

Naar schatting van PWC zouden in 2011 zo’n 140 000 Nederlanders het slachtoffer zijn geworden van identiteitsdiefstal (“Omvang identiteitsfraude & maatschappelijke schade in Nederland”; 2011, pdf-alert). In het overgrote deel gaat het dan om financiële fraude. De dieven kopen dingen op jouw rekening. In 8% van de gevallen gaat het volgens het PWC-onderzoek, dat gedaan is in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken, om criminele identiteitsdiefstal. Je identiteit wordt gestolen om iets uit te vreten dat het daglicht niet kan velen.

Het vervelende van identiteitsdiefstal is dat de -vermeende- verdachte moet gaan bewijzen dat hij iets niet gedaan heeft; een omkering van het rechtsprincipe in Nederland dat je pas schuldig bent als je schuld voor de rechter onomstotelijk is bewezen. Bij criminele identiteitsdiefstal hebben we het over een dikke 10.000 gevallen per jaar.

Ik heb niks te verbergen, maar het zou zo maar kunnen dat je op een dag van je bed gelicht wordt omdat de op jouw naam geregistreerde auto, die je nooit hebt gekocht, is betrokken bij een roofoverval of dat je vingerafdrukken zijn gevonden op de resten van een kneedbom. Sinds twee jaar is er meldpunt identiteitsfraude waar slachtoffers zich kunnen melden, maar voorlopig kent de wet geen misdrijf dat identiteitsfraude heet.

Banken staan nummer 1

Michel Savelkoull van het meldpunt nuanceert de alarmerende cijfers van PWC: “Die cijfers zijn niet keihard. Wij kregen in 2010 171 zaken aangemeld en vorig jaar 222 zaken. Dan gaat het vooral om identiteitsfraude met webwinkels en banken. Dat banken nummer 1 staan is logisch, omdat bij verreweg de meeste financiële transacties banken betrokken zijn.”

Dat is natuurlijk het topje van de spreekwoordelijke ijsberg, maar het zou dus mee kunnen vallen. Voor de slachtoffers blijft het uiterst vervelend, niet alleen het misbruik zelf, maar ook de nasleep. Savelkouli noemt het een topsport om al die frauduleuze registraties die met identiteitsfraude samenhangen weer ongedaan te maken. Bureaucratie is een traag systeem dat nauwelijks versneld wordt door digitalisering. Blijkt maar weer.

Op de volgende pagina: de digitalisering van de maatschappij heeft geleid tot ‘verglazing’.