Ziek van gezonde varkens /1 reactie

Ziek van gezonde varkens

Om landbouwhuisdieren snel te laten groeien moeten ze gezond blijven, en daarvoor gebruiken veehouders in Nederland 590 ton antibiotica per jaar. Het gevolg: resistente bacteriën die ook bij mensen voor problemen kunnen zorgen. Een verbod op antimicrobiële groeibevorderaars in varkensvoer is niet genoeg om het tij te keren.

Komt een varkenshouder bij de dokter. Zegt die dokter: gaat u eerst maar even de isoleercel in. Niet grappig? Het gebeurt wel. De kans is namelijk relatief groot dat de varkenshouder drager is van de methicilline-resistente Staphylococcus aureus, beter bekend als MRSA. Deze bacterie slaat vooral toe in ziekenhuizen bij patiënten met verminderde weerstand en is nog maar met weinig antibioticasoorten te bestrijden.

Eén procent van de Nederlandse bevolking draagt deze multiresistente bacterie bij zich. In 2005 werd voor het eerst een ander genotype van de bacterie ontdekt, eentje die bij varkens voorkomt en resistent is tegen andere antibiotica dan de menselijke variant. De vrouw bij wie medische microbiologen deze bacterie aantroffen, had beroepsmatig met varkens te maken gehad. Het bleek dat 23 procent van de varkenshouders in de regio waar ze woonde besmet was met deze MRSA-variant. Veel meer dus dan de normale 1 procent.

Boeren gebruiken grote hoeveelheden antibiotica om te voorkomen dat hun dieren ziek worden en om zieke dieren te behandelen, zodat ze goed groeien en snel veel vlees opleveren. Of er een directe relatie is tussen het stevige antibioticagebruik bij varkens en het ontstaan van deze in 2005 ontdekte MRSA-variant is niet bekend. Maar dat het stevige antibioticagebruik in de veehouderij zorgt dat er meer resistente bacteriën in omloop komen, betwijfelt niemand. Sinds 2006 mogen er om die reden geen antibiotica meer als groeibevorderaar aan varkensvoer worden toegevoegd. Wel mogen zieke varkens van dierenartsen nog steeds antibiotica krijgen.